Mensen leven in vele werelden. Om er eens een paar te noemen: de familiewereld, de kinderwereld, de werkwereld, de vriendinnen en vrienden wereld, wereld van de dieren om je heen, de religieuze wereld, de muziekwereld en zo kun je nog héél lang doorgaan. Véél van die werelden zijn in mijn blogs al ter sprake gekomen. Sommigen intensief, sommigen zijdelings.
Dit blog gaat over mijn L world….. L WORLD? Was is dat mijn L WORLD.
Mijn L WORLD is de wereld van mijn identiteit, mijn lesbische identiteit.
Ter introductie even een korte toelichting. The L word (die ik voor mijn verhaal heb veranderd in mijn L world) is een Amerikaanse tv serie die al vele jaren wordt uitgezonden, óók in Nederland. De serie gaat over een groep lesbische vriendinnen in Los Angeles. Ik heb daar wel eens wat van gezien en heb de titel een klein beetje overgenomen overgenomen.
Als baby, als kleuter, als peuter en als jong kind is je identiteit nou niet je grootste zorg. Je moeder, je vader, je broertjes en zusje, mettertijd je school zijn de dingen die je aandacht vragen. Aandacht wil je hebben en een schoot om op te zitten wil je hebben. En om die zaken in voldoende mate te krijgen dat is al behoorlijk hard werken. Ik was de jongste van vier, was goed in de picture, mocht op schoot, had veel aandacht tot ik acht jaar was. Toen kwam er nog een klein broertje, in mijn beleving verslapte de aandacht, was de schoot opeens heel vaak bezet. Dat gaf het leven een ander perspectief en dat perspectief vond ik moeilijk. Dat broertje, hoewel heel erg lief en helemaal niet lelijk tegen mij zat mij een beetje in de weg. Opeens had ik geen schoot meer, althans veel minder dan ik gewend was geweest en was ik jaloers op mijn broertje, althans dat was wat mijn moeder vaak zei. Dat schiep verwarring bij mij van binnen. Toen dat broertje drie was en ik elf wilde ik weg van huis en vroeg ik mijn vader en moeder om naar kostschool te mogen gaan. Hoewel mijn ouders daar niet echt heel juichend enthousiast over waren gingen zij er toch in mee. Dit opschrijvend vind ik die beslissing van hen groots! Zij gingen op zoek naar een internaat voor mij. Het moest natuurlijk een internaat zijn van katholieke signatuur, want toen ik een jaar of zes was de gehele familie in één klap katholiek geworden.
Hierbij een link naar het blog over mijn kostschooltijd.
een verwijzing naar deel 3 van de blogs over mijn vader, waarin het gezamenlijk katholiek worden beschreven wordt.
Een fijne tijd was dat, daar op die kostschool. Om bij het onderwerp van dit blog te blijven, In die kostschoolwereld kon ik zonder enige pottenkijker mezelf zijn. Een wereld met veel vriendinnetjes waarmee ik op mijn eigen manier kon omgaan, zonder iedere dag thuis te komen en te ‘vertellen’ hoe ik het op school gehad had en welke vriendinnetjes ik had. Het voelde in die jaren alsof er een basis werd gelegd voor een stevig stukje bewustzijn.
Daar op die kostschool adoreerde ik een meisje uit een veel hogere klas. Probeerde al die tijd bij haar in de picture te komen wat uiteraard maar mondjesmaat lukte, want bijzondere belangstelling voor mij had zij niet.
Natuurlijk hebben vele meisjes van die leeftijd zulke adoraties en niet al die meisjes zijn de rest van hun leven lesbisch, maar voor mij voelde het wel als een soort verliefdheid.

Na 3 jaar was het uit met de pret, althans met de pret van het stevige bewustzijn. Mijn ouders haalden mij weer naar huis, zij vonden het genoeg geweest na drie jaar het heft van de opvoeding min of meer uit handen gegeven te hebben pakten zij vanaf die tijd de draad zelf weer op.
Ik ging naar de MMS in Haarlem en was toen 15 jaar, bijna 16. Daarmee kwam ik natuurlijk ook weer in de gezinsomgeving terug die ik drie jaar eerder naar mijn eigen idee min of meer ontvlucht was.
16 jaar zijn en op de MMS zitten, dan kom je in een wereld van vriendjes en feestjes. Aan de andere kant zit je in een klas met alleen maar meisjes. En dat werd een dilemma. Van het idee van een vriendje werd ik niet warm, van sommige meisjes in de klas wèl. En daar doemde een probleem op.
Met dat innerlijke dilemma kon ik thuis niet aankomen. Een oudere broer was een geliefd figuur op de feestjes in Haarlem, Bloemendaal en omstreken en eigenlijk zou ik in zijn slipstream mee kunnen doen aan dat circuit. Dat gebeurde niet. Ik werd er niet vaak voor gevraagd en daar had ik in die jaren wel wat verdriet van, want het voelde een beetje alsof je niet geliefd was en niet meetelde maar aan de andere kant was ik er van binnen ook wel blij om, want aan een vriendje had ik geen enkele behoefte.
Helaas waren de meisjes waar ik het warm van kreeg voor mij in die tijd onbereikbaar om intensief mee om te gaan. Waarom? Om angst voor afwijzing… in de eerste plaats door die meisjes zelf en in de tweede plaats omdat ik het vaststaande idee had dat ik daar thuis, en dan toch vooral bij mijn moeder, niet mee hoefde aan te komen. Aan de middelbare school kwam een eind. Ik deed eindexamen voor de MMS en ging in september van hetzelfde jaar naar Amsterdam om daar bij de aan de Keizersgracht gelegen Bibliotheekschool de bibliotheekopleiding te volgen. Ik bleef wonen in Haarlem in het ouderlijk huis. 18 jaar was ik toen.
Drie jaar zat ik op die school. De eerste twee jaar werd ik opgeleid tot assistent-bibliothecaris en het derde jaar specialiseerde ik mij in het jeugdbibliotheekwerk.
In dat jaar, toen ik stage liep op de centrale jeugdbibliotheek van Amsterdam, die gevestigd was aan de Wijdesteeg, zie ik mij op een dag de trap oplopen naar de jeugdbibliotheek terwijl er een gedachte in mijn hoofd opkwam, waarin ik heel scherp voor mij zag dat ik helemaal geen vriendje wilde hebben, maar een vriendin.
De tijd na deze ervaring heb ik geprobeerd dat idee uit mijn hoofd te krijgen. Dat was een eenzame bezigheid…. Ik had helemaal niet het idee dat ik dit thuis zou kunnen bespreken. Van binnen regeerde bij mij de angst…. Ik zei het al eerder, de angst voor afwijzing.
Tijdens die periode werd ik wel een keer gevraagd door een adelborst van het Koninklijk Instituut van de Marine. Daarover heb ik een blog geschreven.
Ook het jaar daarna was het een nog een keer raak, ik werd nog eens gevraagd, maar dan door een andere adelborst. Waarom gevraagd door adelborsten? Mijn vader was van 1949 – 1957 marine arts. De eerste adelborst was een zoon van kennissen van mijn ouders.
Toch waren mijn twintiger jaren geen poel van ellende. Ik heb plezier gehad, ik had werk dat me beviel. Maar ergens zat een plek die maakte dat ik niet voluit kon doen wat ik graag had willen doen. En die plek daar binnenin, de plek waar ik mijn lesbische identiteit verwierp, maakte dat ik eigenlijk de beslissing had genomen om niet te trouwen, geen verbintenis met een man. Dat hield ook in…. geen kinderen. Gelukkig hield ik daar in die dagen en ook in de rest van mijn leven geen verdriet en gevoel van gemis aan over. Mijn neefjes en nichtjes kwamen wel eens op bezoek en dat vond ik leuk.
Enige keren in mijn twintiger jaren heb ik toch vriendjes gehad, zie hiervoor bijvoorbeeld mijn blog over Ricky.
Tot mijn grote opluchting zijn dat soort zaken niet overgegaan in verbintenissen met mannen. Ik weet zeker dat ik daar niet gelukkig van geworden zou zijn.
Ook waren er in die tijd een paar vriendinnen die mij heel erg aanspraken, maar de drempel was te hoog. Een paar kleine avontuurtjes, daar bleef het bij.
Tijdens een wintersport leerde ik een meisje kennen, daar kreeg ik wat mee, wij gingen zelfs samen op vakantie naar Zuid-Engeland.


Zo rond mijn 33e jaar verhuisde ik naar Nijmegen. Ik nam een baan aan in de openbare bibliotheek aldaar. Omdat ik niet stante pede een huis had heb ik eerst een aantal maanden bij mijn moeder gewoond in Wageningen. Zo rond april 1981 ging ik in het centrum van Nijmegen wonen. Het mij thuis voelen in die nieuwe stad nam een behoorlijke tijd in beslag. Natuurlijk waren er de collega’s. Maar een kennissenkring, laat staan een vriendenkring opbouwen dat vond ik een intensieve onderneming. Het werk, jeugdbibliotheekwerk vond ik nog steeds leuk. Ik kreeg wel rap in de gaten dat de organisatie waar ik in terecht gekomen was een stuk onaantrekkelijker was dan de organisatie waar ik vandaan kwam. Die bewustwording van die onaantrekkelijkheid kwam voor mij sterk aan het licht kwam door de plek die ik in die begintijd in die organisatie innam. Ik zat namelijk als hoofd jeugdzaken in ‘de staf’ en vond ziens- en werkwijze van de directie uitgesproken slecht. Maar, daar gaat dit verhaal niet over, maar ik wil het niet onvermeld laten, want dat hielp niet aan mijn inburgering mee.
De jaren 80 in Nijmegen waren woelige jaren en op het gebied van de lesbische scene gebeurde er van alles. De eerste jaren van die jaren 80 is de Nijmeegse lesbische scene min of meer aan mij voorbij gegaan. Zo rond 1984 kreeg ik een vriendin, het was een collega, Mentaal voelde ik mij in die tijd nog niet al te zeker maar deze liefde was toch het begin van mijn volledige coming-out.
Met Marieke heb ik zo’n twee en een half jaar samengewoond. Daarna is de relatie weer gestopt. Gelukkig is de vriendschap met haar wel altijd gebleven.

De jaren daarna ben ik steeds meer de lesbische wereld ingestapt. Ging naar feestjes, zat in voorbereidingsgroepen die die feestjes vormgaven. Luisterde naar lesbische popzangeressen, keek naar lesbische films, zat op dansles bij dansschool side-step, voor dames met dames en heren met heren, ging naar vrouwenavonden in de sociale academie van Amsterdam met vriendin Dorette, was lid van lesbische clubjes en dat beviel me allemaal prima.


Toch…. door de achterliggende jaren had ik door frustraties op allerlei vlakken, omgang met mijn moeder, onbegrip op mijn werk, een soort muur om mij heen gebouwd die begon te knellen. Op mijn werk had ik een ‘supervisie’ aangevraagd, die mij veel goed deed. Ik deed op het algemeen mentale vlak zo her en der wat therapieën die mij niet persé allemaal de goede weg in dirigeerden. Ik kreeg te kampen met een depressie die mij enige maanden belette om te werken. Begin jaren 90 kreeg ik een heftige relatie met Heleen.

Een vrouw die mij confronteerde met een flinke dosis psychologie van de koude grond. Dat deed mij geen goed, maar… zij adviseerde mij wel een goede therapeut, die werkte volgens de principes van de psychosynthese. De relatie met Heleen was kort, maar hevig maar deze therapie heeft mij echt naar het begin van de weg omhoog geholpen.
Niet heel lang daarna leerde ik Francien kennen. Ik wilde een wandelgroep voor vrouwen oprichten, had net mijn hond Dido aangeschaft en zocht een vrouw die samen met mij de wandelingen wilde voorlopen. Om die te vinden zette ik een advertentie. Via die weg leerde ik Francien kennen. Wij maakten inderdaad een paar mooie wandelingen, die ik toen de wandelgroep in 1993 werd opgericht ook gebruikte. De eerste wandeling vond plaats in september 1993.


Sinds die tijd zijn Francien en ik samen gebleven en werden wij een paar. In 1995 gingen wij samenwonen in een mooi nieuw huis. Al die jaren daarna leef ik een heerlijk open lesbisch leven samen met Francien. Dat maakt mij gelukkig en natuurlijk hoop ik dat dat nog vele jaren zo door mag gaan.
De angst heeft de benen genomen. De twee belangrijkste gevoelens zijn nu voldoening en geluk.
Een paar links links voeg ik hierbij.
De eerste is van het lesbisch archief Nijmegen. Daar is veel informatie te vinden over het lesbisch leven in Nijmegen vanaf de jaren 80.
https://www.lanijmegen.nl/index.html
Een tweede link is een link naar een blog op deze site. Dat blog gaat over mijn moeder.
En dan nog enkele links die ook deze site te vinden zijn, die ik bijvoeg over mijn in 2023 dertigjarige relatie die met mijn vriendin/vrouw/partner Francien heb.
Mooi verhaal Heldine, een moedig verhaal op de weg naar levensgeluk.