Mijn overgrootouders Reinder Sakes Reindersma en Aukjen Sakes Reindersma-Reindersma. deel 1. Inleiding – tot en met 1881

Inleiding.

Op deze website zijn 5 blogs te vinden die geschreven zijn over mijn grootvader Willem Reindersma, de vader van mijn moeder.
De links naar die verhalen zijn hieronder te vinden:

Mijn grootvader Willem Reindersma had natuurlijk zelf óók ouders. Die ouders van hem waren de grootouders van mijn moeder, over haar heb ik óók enige blogs geschreven.

De blogs die ik schreef over mijn grootvader Willem Reindersma werden en worden regelmatig gelezen en roepen zo nu en dan leuke reacties op.
Twee van die reacties hebben bij mij het idee doen ontstaan om óók over zijn ouders, mijn  overgrootouders Reinder Reindersma en Aukje Reindersma-Reindersma, een blog te schrijven.
Dit was één van die reacties:

Willem Reinder Reindersma (1776-1866) trouwde in 1803 met Antje Sakes Rinsma (1784-1860).
Zijn broer Sietze Reinder Reindersma (1774-1822) trouwde in 1811 met haar zuster Aukje Sakes Rinsma (1785-1858)

Reinder Sakes Reindersma (1847-1933) kleinzoon van Willem & Antje trouwde in 1870 met Aukjen Sakes Reindersma (1848-1927) kleindochter van Sietze & Aukje. Hun kleindochter Aukjen Heilke Reindersma (1912-2005) is de moeder van de schrijfster van dit interessante blog.

Vriendelijke groeten, Henri Bik”

Naar aanleiding van deze reactie maakte ik dit overzichtje:

Uit dit alles is op te maken dat mijn overgrootvader Reinder Reindersma en mijn overgrootmoeder Aukjen Reindersma achterneef en achternicht zijn.

Een tweede reactie die ik naar aanleiding van de verhalen over Willem Reindersma kreeg versterkte mijn idee om over deze overgrootouders meer info op te zoeken en een blog te gaan schrijven
Het was een reactie van Mineke van Essen. Zij is emeritus hoogleraar onderwijsgeschiedenis in Groningen en is bezig, samen met Sanne  Parlevliet, met het schrijven van een boek over puberteitspedagogiek in de beginnende 20ste eeuw. Dat verhaal centreren zij rond één leerling van het Nederlands lyceum in Den Haag en zijn huiswerkleraar. Die huiswerkleraar, Otto Berendsen, heeft over die tijd een dagboek bijgehouden over zijn dagelijkse contacten en gesprekken met die leerling, Jaap Kann,. In dat dagboek wordt ook mijn grootvader Willem Reindersma regelmatig genoemd.
Mineke van Essen vroeg mij om enkele foto’s van Willem Reindersma, die ik op mijn blog over hem heb gezet. Die foto’s komen uit het Reindersma fotoarchief, dat ik destijds heb gekregen. Ik heb haar die foto’s gestuurd en zij heeft mij enkele stukken uit dat dagboek toegestuurd, die over mijn grootvader gaan.  Zij vroeg mij of ik haar enige informatie over de ouders van Willem Reindersma, Reinder Reinderma en Aukjen Reindersma-Reindersma, zou kunnen toesturen. De info die ik op dat moment had verzameld was niet voldoende om aan haar vraag  te voldoen en was voor mij een mooie aanleiding om aan dit blog te beginnen. De dagboekfragmenten van Jaap Kann ga ik nog in een volgend blog over Willem Reindersma verwerken en zijn nu alvast hieronder te lezen:

3 nov.

  ’s Middags bij Kettner het eerste uur gingen we met wat veel lawaai naar binnen. Pietje stond daar net en werd boos. Jaap Kann! Jaap, kom jij hier. Ik moest daar alleen staan. Nou ik bleef daar en ze ging weg en vergat me. Ik dacht: ‘k Zal maar van de gelegenheid profiteren en ik bleef daar. Toen kwam ineens Reindersma daar langs. Wat moet jij hier? Ik zeg: Juffrouw Japikse heeft gezegd ik moest hier blijven staan, we gingen met wat lawaai naar binnen. Ik zei net als ’t was. Hij bulkte: Als ’t niet wáár is Jaap wat je daar zegt zul je hevig op je kop krijgen wat niet wil zeggen dat je geen straf krijgt als het wèl waar is. Zùlke ogen zette die vent – wat een belachelike kerel is dat. Ik moest mee naar Pietje. Die schrok zich een aap toen ze merkte dat ze me vergeten had, wist niet wat ze zeggen moest. Ze stonden even te smoezen voor de klas en toen ging ie met me naar Kettner. Meneer K. hier is Jaap mag hij nog bij U in de les komen? Kettner zette een erg bedenkelik gezicht. Nou meneer laat hem daar dan maar gaan zitten.

31 Mrt. 1916   Huug en Jaap zijn beiden naar de afscheidsseance van de hr. Reinder­sma geweest. Huug vond het heel aardig, heel interessant. Zo aardig gesproken en gezongen. Jaap zegt dat het afschuwlik vervelend was. En huichelen als die lui deden! De een zei dat het Reindersma was die de school zo omhoog had gebracht en R. zei dat hij het niet gedaan had maar anderen. Een walgelik geklets. Hij heeft een vriendje gevraagd of hij ’t zou wagen er tussen uit te knijpen naar de donkere kamer. Maar die jonge zei dat ie ’t niet doen moest want als Caas het gewaar werd zou ie zeer kwaad wezen. Die was er reuze op gesteld dat iedereen aanwezig was. Zo was Jaapje gebleven en had zitten maffen. Reindersma had gezegd dat dit het gelukkigste uur was van zijn leven.

Gesprekken

CLXXIII

J.         Ik zou immers op kersen trakteren? Maar toen we boven kwamen liep Reinder­sma woedend de gang op en neer. We durfden toe de kersen niet halen. Hij liet ons werken aan twee sommen. Maar ik kon er niks van. Toen keek ik zo eens op zij van me om te zien wat die andere jongen er van maakte.

  Reindersma keek woest naar me. “Jij kijkt op zij!” Ja meneer ik kijk op zij. “Ja je kijkt af – leg je werk maar weg, je bent vrij.”

 Nou ik keek eens en dacht je bent vrij, welnu dan kun je doen wat je wilt. En na een ogenblik ging ik weer gewoon zitten werken. ‘k Dee net of er niks gebeurd was. Hij schreeuwde: “Nou werk je toch!” Maar ik zei heel schuchter: “Maar meneer ik was toch vrij? Ik mag toch wel voor me eige werke?” Nou hij mopperde nog wat en liet me schrijven. Na de les zei ie: Ik moest maar wachten tot ik er meer van hoorde. God ik zat vol schrik en beven. Maar toen konden we kersen gaan delen. Toen was er natuurlik lol.  Maar Reindersma kwam op de plaats Ma tegen die met Lies naar het Lyceum was geweest en hij heeft alles aan Ma verteld. Toen kreeg ik thuis van Ma eerst een hevige stand dat ik afgekeken had. Toen van Pa nog een lange preek dat ik brutaal was en onbeleefd, dat ik niet netjes at …. ’t Is een dag vol ellende. Ik wist me geen raad – Enfin, amen. –

Om info te verzamelen over mijn overgrootouders moest ik eerst veel meer inzicht zien te verkrijgen in de ‘Reindersma’s’.
Ook bij het schrijven van de verhalen over mijn grootvader Willem Reindersma was het me wel duidelijk geworden dat het geen eenvoudige opgave was om alle Reindersma’s  uit elkaar te houden. Er zijn vele  Reindersma’s die allemaal dezelfde voornamen dragen. Het wemelt in de familie van Reinder, Sake, Sietze, Aukje, Willem, Oebele enz. enz. Buitengewoon ingewikkeld om uit te vogelen wie bij wie hoort.
Gelukkig heb ik van allerlei verschillende mensen  mooie overzichten toegestuurd gekregen, die de zaken behoorlijk verhelderden.

Om te beginnen een landkaartje met de plaatsen die in de Reindersma familie een belangrijke plaats innemen. Een deel van de streek wordt aangeduid als ‘het Westerkwartier’. De meest westelijke regio in de provincie Groningen.
https://nl.wikipedia.org/wiki/Westerkwartier_(landstreek)
Daar zijn bijvoorbeeld Tolbert Leek en Marum te vinden. Ook in het zuidoostelijk deel van Friesland zijn  plaatsen te vinden waar veel Reindersma’s vandaan kwamen. Ureterp, Drachten, Smallingerland en Opeinde bijvoorbeeld.

De Reindersmabuurt.

Stad Groningen en de Ommelanden.

De twee mensen waar het in dit blog om gaat, mijn overgrootouders, de ouders van mijn grootvader Willem Reindersma, zijn óók in dit gebied geboren en zijn daar hun hele leven gebleven.

Overgrootvader Reinder Reindersma zag in 1847 het levenslicht in Ureterp. Aukjen Reinderma-Reindersma werd één jaar later, in 1848, in Dragten geboren.
De ouders van Reinder Reinderma:
Vader: Sake Willems Reindersma * 1807 Ureterp. Overl. 1887 Ureterp.(Opsterland)
 X 1834
Moeder: Kornelia Tjibbes Hartmans.  *1811 Gorredijk, Opsterland. Overl.1865 Opsterland.   
De ouders van Aukjen Reindersma:
Vader: Sake Sietzes Reindersma  1818  Drachten. Overl. 16-02 1885  Marum
X 1843
Moeder:  Joukjen Wobbes Rinsema.(Rinzema) *1821    overl. 1891. Tolbert

          Misschien is het handig om nu enig, ik zeg expres enig, overzicht te geven over de Reindersma’s in de tijdspanne dat Reinder en Aukje leefden. Dan hebben we het over 1847 t/m 1933.

Er volgt nu een overzicht van de familie die in die tijd rondom hen leefden. Ook met mensen buiten de familie was er natuurlijk contact en sommige van deze mensen zullen we tegenkomen in het verhaal over deze twee mensen.

Om te beginnen een overzicht van de ooms en tantes van Reinder en Aukjen. Dan gaat het dus over de broers en zussen van hun beider ouders en met wie zij getrouwd waren en de namen van hun kinderen zo die er al waren. Die kinderen waren de neven en nichten van Reinder en Aukjen en met hen zullen ze veel contact gehad hebben.
De ooms en tantes van Reinder:

De broers en zussen van zijn vader Sake Willems Reindersma:

Reinder Reindersma, getrouwd met Harmania Klazes Pel.
Hun kind: Antje Reindersma
Antje Reindersma, getrouwd met en Douwe  Cornelis Lest.
Hun kinderen: Cornelis Lest, Willem Lest, Willem Lest, Meltje Lest, Antje Lest, Tjitske Lest, Geelke Lest, Aukjen Lest.

Oebele Reindersma, getrouwd met Hiltje Hendriks Siebenga. Overleden in 1852
Hun kind: Antje Reindersma.
2e huwelijk Oebele Reindersma na het overlijden van Hiltje is met Antje Jans van der Ley, overleden in 1858.
Hun kind: Jantje Reindersma.
3e huwelijk Oebele Reindersma na het overlijden van Antje Jans  is met Harmke Koopmans.
De broers en zussen van zijn moeder Kornelia Tjibbes Hartmans:
Albert Hartmans
Geeske Hartmans zij overleed toen ze 11 maanden was.
Geeske Hartmans getrouwd met Oene Kuipers. (meester-bakker)
Hun kinderen: Jan Ruurd Kuipers, hij overlijdt als hij 7 weken is. Johannes Kuipers. Eelkje Kuipers. Eelkje Cornelia Kuipers, overlijdt als ze 9 maanden is.
Joukjen Hartmans 1825 (overleden 25 jaar)
Janna Hartmans 1827 (overleden 16 jaar)

De ooms en tantes van Aukjen:
De broers en zussen van haar vader Sake Sietzes Reindersma 
Reinder Reindersma getrouwd met Anna Plantinus.
Hun kinderen: Sjieuwke Reindersma, Sietze Reinders Reindersma,  Jan Reindersma, Jan Reindersma, Jan Plantinus Reindersma,  Sake Reindersma, Sake Reindersma.
Geelke Reindersma getrouwd met Libbe Jeens Wiering.
Hun kinderen: Jeen Wiering, Aukjen Wiering, Sietze Wiering, Wiebe Wiering, Froukjen Wiering.
Antje Sietzes Reindersma met Hendrik Gerben Kijlktra.
Hun kinderen: Gerben Kijkstra, Sietze Kijkstra, Reinder Kijkstra, Anne Kijkstra, Aukje Kijlstra, Egbert Kijlstra.
Oene Reindersma getrouwd met Aukje Jannes Bouma.
Hun kinderen: Sietze Oenes Reindersma, Johannes Oenes Reindersma, Reinder Reindersma, Riemer Reindersma, Fettje Reindersma,  Aukje Reindersma, Wytske Reindersma.

De broers en zussen van haar moeder :  Joukjen Wobbes Rinsema.

Teeke Rinsema.
Antje Rinsema, getrouwd met  Alle Jans van der Sluis.
Kinderen: Jan van der Sluis, Mintje Alles van der Sluis, Tjitske Janke van der Sluis. Wobbe van der Sluis. Pier van der Sluis. Teeke van der Sluis (overleden 1 jaar oud). Aaltje van der Sluis. Geeske van der Sluis.
Attje Rinsema  X Rienk Minnos Glasz.
Kind: Anna Glasz.  
2e huwelijk met Hidde van der Wal.
Kind: Jetske van der Wal. Mentje van der Wal.
Kornelis Rinsema getrouwd met Wimke Jeens Wiering.
Kinderen: Taeke Rinsema. Sjoukjen Kornelis Rinsema. (overleden 1 jaar). Sjoukjen Rinsema. Libbe Rinsema. Wobbe Rinsema. Mintje Rinsema. Antje Rinsema. Jeen Rinsema. Froukjen Rinsema.
Thijs Rinsema, getrouwd met Rienke Durks Keuning.
Kinderen: Durk Rinsema. Renze Egbert Rinsema. Wobbe Rinsema (overleden 13 jaar). Jan Rinsema (overleden 3 jaar). Baukje Kijlstra Rinsema.(overleden 2 jaar) Renze Rinsema.
Jan Rinsema 1825
Janke Rinsema, getrouwd met Thijs Jans Bosma.
Kinderen: Wobbe Bosma. Sjoukje Thijsses Taekema Bosma. Libbe Bosma (overleden 1 jaar). Mintje Bosma (overleden 7 jaar). Neeltje Bosma. Jan Bosma.
Tjitske Rinsema, getrouwd met Pier Kornelis Kramer.
Kinderen: Kornelis Piers Kramer (overleden 16 jaar). Wobbe Kramer.  
2e Huwelijk Henrik Akkerman.
Taeke Rinsema

Later in het verhaal wordt nog uitgebreid uit de doeken gedaan hoe het gezin van de hoofdpersonen zelf in elkaar stak.


Om alle familieverbanden een beetje te ontrafelen heb ik vele genealogische overzichten bekeken, bij heel veel van die bestanden is ook te vinden wat al de mensen , veelal mannen, voor beroepen uitoefenen. Al die beroepen  heb ik op een rijtje gezet en dat geeft een aardig niet volledig overzicht.
Om te beginnen veel agrariërs, boeren en landbouwers,  uiteraard niet geheel duidelijk wat daar het verschil tussen is en verder: werkman, boekbinder, huisknecht, bakker, molenaar, kunstschilder, onderwijzer, fourage handelaar, kapper, griffier bij een kantongerecht, chemiker, arts, huisbewaarster, koetsier, ladingcontroleur, boekhandelaar, handelsagent, boekhouder, korporaal, kantoorbediende, dienstbode, grossier, smid-bankwerker, expediteur, schilder, paardenhandelaar, rector, wagenmaker, rechter.

Tijdens mijn zoektocht op het internet naar informatie over het dagelijks leven in het Westerkwartier in de19e eeuw stuitte ik op een boeiende website:

https://www.rjonkman.nl/index.html

Op deze website is over dat dagelijkse leven veel informatie te vinden. De website draait onder andere om 2 dagboeken die door twee broers, Alle en Pier Jans van der Sluis, zijn bijgehouden. Een bijzonder detail is dat Alle Jans van der Sluis getrouwd is met Antje Wobbes Rinsema. Antje is een zuster van Joukjen Wobbes Rinsema, die getrouwd is met Sake Sietzes Reindersma en zij is de moeder van mijn overgrootmoeder Aukjen Reindersma. De Reindersma’s komen dan ook enkele keren voor in het dagboek van Alle.


Sake Willems Reindersma en Kornelia Tjibbes Hartman, de ouders van Reinder trouwden in 1834 en kregen 6 kinderen, waarvan Reinder het vierde kind was. Het eerste kind, een zoontje, die Willem heette, werd maar zeven maanden oud. Reinder had buiten dat kleine broertje dat zo vroeg overleed, één zus en drie broers.
Eelkjen, Willem (omdat de eerste Willem zo jong gestorven was, kreeg de zoon die daarna geboren werd dezelfde naam als het overleden broertje, dat gebeurde zeer regelmatig in die tijd), Tjibbe, Reinder en Ubele waren de namen van de andere kinderen.

Sake Sietzes Reindersma en Joukjen Wobbes Rinsema. De ouders van Aukjen trouwden in 1843 en kregen óók zes kinderen. Aukjen had 4 broers en één zus.
Sietze, Wobbe, Thaeke, Mintje en Reinder waren de namen, Aukjen was het derde kind. Hierbij nog een nieuwsbericht over een premie die Sake Willems Reindersma ontvangt in 1852 voor een hengst die in zijn bezit is:

Op 12 mei 1870 treden Reinder Reindersma en Aukjen Reindersma-Reindersma met elkaar in het huwelijk. Ná hun huwelijk gaan zij samen in Ureterp wonen, de plek waar Reinder geboren is en ook Reinder Reindersma is agrariër én paardenhandelaar. Aukje, zonder beroep, doet het huishouden en zorgt voor de kinderen. Het feit dar Reinder en Aukje achterneef en achternicht van elkaar waren was niet zo heel bijzonder en kwam in deze tijden wel vaker voor. De gemeenschappen in al die kleine dorpen waren klein en de families waren groot. En… als jongeman en al helemaal niet als jonge vrouw kwam je niet veel verder dan je eigen dorp of enkele buurdorpen.
Natuurlijk zou ik graag  wat meer weten over de verdere achtergrond van de relatie van Reinder en Aukje, maar daarover is in de archieven helaas niets te vinden, dus daar is enige fantasie bij nodig.
Voordat ik aan dit blog ging schijven heb ik, zoals altijd,  uit alle hoeken en gaten van het internet informatie verzameld. Genealogiesites geraadpleegd, kranten uit die tijd via Delpher bekeken en daar heel veel info uit gehaald. Ik heb algemene informatie in boeken en tijdschriften gelezen. Over het Westerkwartier, over de verschillende dorpen en stadjes in de streek, over de manier van leven toen enz, enz.
En… archieven bezocht. In Groningen, in Leeuwarden, in Tolbert. Op facebook mij bij historische groepen aangesloten van Leek, Marum, Ureterp enz., waar de mooiste historische foto’s en info langskomen.
Maar juist over het privéleven van deze twee mensen is natuurlijk via deze bronnen weinig tot niets te vinden. Wel heb ik tijdens mijn zoektocht met mensen, die zelf ook nu nog tot de Reindersma familie behoren, contact gekregen en soms van hen waardevolle informatie gekregen en met behulp van al deze componenten schrijf ik dit blog.
En natuurlijk begint het verhaal met de geboorte van de twee hoofdpersonen.
Reinder Reindersma en 1847, Aukjen Reindersma in 1848.

Hun vaders Sake Willems Reindersma en Sake Sietzes Reindersma zijn zoals al eerder duidelijk werd in het overzichtje, neven van elkaar. Sake Willems was getrouwd met Kornelia Tjibbes Hartmans en Sake Sietses vrouw heette Joukjen Wobbes Rinsema.
Allebei waren zij werkzaam in de agrarische sector. Op de geboorteakte van Reinder wordt Sake Willems boer genoemd, op die van Aukjen wordt Sake Sietzes beroep landbouwer genoemd. Ook waren ze beide paardenfokkers, volgens mij vooral van Friese paarden.
Ik zal dit blog mede aan de hand van de vele krantenberichten schrijven, die in de loop der jaren over de Reindersma’s en directe verwanten zijn verschenen. Uit een krantenbericht uit 1813 met de lange naam ‘Blad van aankondigingen, bekendmakingen, onderscheiden berigten van Leeuwaren’ blijkt dat Willem Reinders Reindersma, de grootvader van Reinder Reindersma via een ‘keizerlijke notaris in Beesterzwaag’ 30 hoornbeesten verkoopt, waaronder paarden, zwijnen en biggen.

In 1840 is Reinders vader Sake Willems winnaar van de premie van ‘honderd Nederlandsche guldens’, een groot bedrag voor die tijd. Hij krijgt de premie voor een vierjarige hengst.

In 1854 zijn de grootouders van vaders kant van Reinder vijftig jaar getrouwd. Reinder is dan 7 jaar.

ook in 1954 worden de hengsten van Reinders vader bekroond, de eerste én de tweede prijs voor Sake Willems Reindersma.

In 1955 alweer een mooie prijs voor de hengsten van zijn vader.

In 1858 wordt een verloting gehouden van Landbouw-voorwerpen door de Friesche maatschappij van landbouw. De eerste drie prijzen zijn aanzienlijk, een arreslee met tuig, een brandkast en een hefboomkarn. Reinder’s vader krijgt de 66e prijs en dat is een Chinese sigarenkoker.

1858 verloting landbouwwerktuigen

In 1858 overlijdt de tweede vrouw van Oebele Willems Reindersma, een broer van Reinder’s vader, dus een oom van hem. Zij heet Antje Jans van der Ley en is dan 23 jaar. In 1852 is zijn eerste vrouw Hittje Hendriks Siebenga óók op heel jonge leeftijd overleden. Oebele heeft nu twee kleine dochtertjes, Antje van Hittje en Jantje van Antje. In 1863 sluit hij een derde huwelijk. De naam van zijn derde vrouw is Harmke Koopmans.

In 1860 overlijdt Reinder’s grootmoeder.

In 1863 weer een prijs voor mooie hengsten van Reinder’s vader Sake Willems Reindersma. Natuurlijk sla ik zo nu en dan wat prijzen en bekroningen over. Dat zou een beetje saai worden voor het verhaal, maar… het is duidelijk, Vader Sake lijkt redelijk succesvol met zijn paarden aangezien hij regelmatig genoemd wordt in de krant.

Op 8 en 9 juni 1864 wordt er in Harlingen de 10e algemeene tentoonstelling van ‘Vee, voortbrengselen van en werktuigen voor den landbouw’ gehouden. De broer van Reinder’s vader Oom Oebele doet daaraan mee en krijgt bij de categorie werktuigen voor een ‘zaaimachine door een paard getrokken’ een premie van f 50,-.

In 1865 overlijdt Reinders moeder, zij wordt 53 jaar, Reinder is dan 18 jaar.

Oktober 1865 is Aukjen’s tante Antje, een zus van haar vader, 25 jaar getrouwd met echtgenoot Hendrik Gerben Kijlstra. Zij vieren dat feest samen met hun dan nog vier levende kinderen. De drie overige kinderen zijn jong overleden.

In 1866 overlijdt Reinders grootvader Willem Reinders Reindersma. Hij is één van de eersten waar een portretfoto van is overgebleven.
Over hem heb ik op mijn website een ‘fotoverhaal’ geplaatst:

De Reinderma’s deden aan politiek. Niet allemaal natuurlijk, maar hieronder staat een advertentie over een gemeenteraadsverkiezing in 1867. Een oudoom, Oebele Willems Reindersma is verkiesbaar.

Een paar dagen later stuurt diezelfde oudoom Oebele een ingezonden stuk naar de krant.

Een advertentie in de Dragster-courant in juni 1867.

Omdat ik geen idee had wat een boelgoed was heb ik dit opgezocht in de Friesche encyclopedie:

In 1868 een advertentie in de krant: gras van Sake, Reinders vader, te koop via de notaris.

Uit deze advertentie blijkt dat Reinder’s vader óók schapen houdt en daar ook en 1868 een prijs voor krijgt.

Bij Oebele Willems Reindersma, broer van Reinders vader, ook wonend in Ureterp en in1868 al twee maal weduwnaar en in 1861 met zijn derde vrouw getrouwd kan er hakhout gekocht worden. Dit gaat anders. Men moet gesloten inschrijvingsbiljetten inleveren en dan wordt de partij aan de meestbiedende verkocht. Op een recente landkaart heb ik het de Heerswijk niet kunnen vinden.

Een andere oom van Reinder, Willem Reinders Reindersma verkoopt januari 1870 ‘stamboomen’. Dat ging altijd via de notaris.

Reinders vader, Sake, die in Ureterp woont en andere medebewoners hebben in 1870 last van veedieven, dus zetten zij de volgende advertentie in de krant:

Sake Willems zoon Tjibbe, broer van Reinder, koopt rond deze tijd een beurtveer en hoopt daarmee in de nabije toekomst goederen te vervoeren. Hij belooft een prompte civiele bediening en beveelt zich in ieders gunst aan!

De vader van Aukje Sake Sietzes Reindersma heeft een baggelbak te koop.

Ter verduidelijking hier twee foto’s, een baggelbak en een putemmer, die daarbij gebruikt werd:

dus het lijkt dat de familie ook werk doet in de veenafgravingen.

En dan, op 12 mei 1870 komt de huwelijksdag van Reinder en Aukjen.

Een kleine toelichting, Reinder Reindersma, zoon van Sake Willems Reindersma trouwt met Aukjen Sakes Reindersma. (dochter van Sake Sietzes Reindersma). Zij zijn achternicht en achterneef.

de officiële papieren, de huwelijksakte.

Helaas dus geen info kunnen vinden hoe de twee jonge echtelieden elkaar op een dusdanige wijze hebben leren kennen dat ze tot een huwelijk hebben besloten, maar ze zullen elkaar toch veel op familiebijeenkomsten, kermissen, boelgoed bijeenkomsten hebben ontmoet, denk ik.

Voordat Reinder en Aukjen trouwden zijn een zus en twee broers van Reinder reeds getrouwd. Eelken Reindersma, trouwt in 1863 met Hylke Bakker, zij krijgen acht kinderen. Willem Reindersma  trouwt in 1866 met  Geelke Haisma, zij krijgen zes kinderen en Tjibbe trouwt in 1869 met Trijntje Landmeter, zij krijgen vijf kinderen.

Ná het huwelijk van Reinder en Aukje trouwden er nog drie broers en één zus van Aukjen.
Vier dagen nadat het huwelijk van Reinder en Aukje is gesloten trouwen  Wobbe Reindersma,  en Riemke Douma.

zij krijgen zes kinderen.

Sietze Reindersma trouwt in 1876 met Aukje van Kammen, zij krijgen één kind. 
Dit kind heet Sake en richt later het Sake Sietzes Reindersmafonds op. Dit verhaal komt voor in één van mijn andere blogs:

Mintje Reindersma trouwt ook in 1876, met Wytze van der Meer, zij krijgen vijf kinderen

en in 1892 trouwt Reinder Reindersma met Gepke Bonsema en zij krijgen twee kinderen.
En tenslotte, in 1898 trouwt Ubele Reindersma (broer van Reinder), hij is dan 44 jaar met Reina van der Kooi, zij is de weduwe van Albert Hazenberg.

Aukjen heeft één broer die nooit getrouwd is, Thaeke Reindersma.

In de huwelijkse sferen is er nog één vermeldenwaardig feit. Aukjens oom Reinder die met Anna Plantinus getrouwd is, viert op 26 november 1870 zijn vijfentwintig jarig huwelijk.


En nu pak ik het verhaal weer op ná het huwelijk van Reinder en Aukjen in 1870.

Drie februari 1871 wordt het eerste kind van Reinder en Aukjen geboren. Op dat moment wonen zij in Ureterp. Het kind, een meisje heet, Joukjen. Officieel heet zij Joukjen Reinders Reindersma. Zij zal later, in 1898, de moeder van Johannes Siebinga worden, die heel lang huisarts in Opeinde zal zijn. Over hem heb ik een blog geschreven. Dit is hetzelfde blog als het blog over het Sake Sietzes Reindersmafonds. Zie hierboven.

Van de oudheidskamer Fredewalda in Tolbert kreeg ik een mooi overzicht van het leven van Reinder en Aukje nadat zij in 1872 verhuisden. Hun tweede kind Reinder werd in Tobert geboren en alle andere kinderen ook.


Het eerste jaar van hun huwelijk woonden Reinder en Aukjen in Ureterp waar het eerste kind Joukjen wordt geboren, daarna verhuizen ze naar Tolbert, waar ze eerst in de Hoofdstraat 4 wonen.
                                                                                                                                           Reinder Reindersma en Aukjen Reindersma. (bewoners 1871-1872)

Reinder Sakes Reindersma, geb. 21-07-1847 te Ureterp, overl. 06-11-1933 te Marum (86jr), zoon van Sake Willems Reindersma en Cornelia Tjibbes Hartmans (landbouwers) te Ureterp.

Reinder was de jongste van zes kinderen.

Hij (22jr) (boerenbedrijf), won. te Ureterp (moeder overl. , vader landbouwer te Ureterp), trouwde op 12-05-1870 te Beetsterzwaag met Aukjen Sakes Reindersma, geb. 18-06-1848 te Dragten, won. te Ureterp (overl. 14-03-1927 te Marum, 78jr), dochter van Sake Sietzes Reindersma en Joukje Wobbes Rinzema (landbouwers), won. te Ureterp.

Kinderen:

1)  Joukjen Reindersma, geb. 03-02-1871 te Ureterp, overl. 15-11-1972 te Marum (101jr).

Zij (26jr), won. te Tolbert (ouders landbouwers te Tolbert), trouwde op 08-05-1897 te Leek met Roelf Siebinga (31jr) (landbouwer), geb. 19-02-1866 op de Haar te Marum, won. te Marum (overl. 19-07-1933 te Marum, 67jr), zoon van Johannes Siebinga (overl. ) en Eelkje Roelfs Uithof (boerin), won. te Marum.

Kinderen:

a)  Johannes Siebinga, geb. 09-05-1898 te Marum, overl. 25-02-1969 in het AZG te Groningen, won. te Opeinde (70jr) (huisarts).

I)  Hij (28jr) (arts), won. te Opeinde (ouders won. te Marum, zonder beroep), trouwde op 11-02-1927 te Warffum met Anna Maria Petronella Auguste Lofvers (29jr), geb. te Didam, won. te Warffum, dochter van Nicolaas Lofvers (predikant) en Eva Emma Emilie Koch, won. te Warffum. In trouwakte vermeld: Zijnde dit huwelijk, wegens ziekte van den vader der bruid, voltrokken in het huis aan den Pastorieweg A 75, alhier.

Echtscheiding arrondissement rechtbank te Leeuwarden d.d. 05-12-1945.

II)  Hij (48jr) (arts), won. te Opeinde (beide ouders overl.), trouwde op 27-11-1946 te Drachten met Trijntje Lindeboom (35jr), geb. 22-03-1911 te Drachten (overl. 06-02-1984 te San Lasinto, CA, USA), dochter van Eize Jan Lindeboom en Aukje Stienstra, gescheiden van Age Willem Salverda op 05-01-1946 te Menaldum (getrouwd 24-09-1936 te Menaldum).

 b)  Reinder Siebinga, geb. 07-07-1899 te Marum, overl. 14-05-1943 te Marum (43jr) (landbouwer).

Hij (22jr) (landbouwer), won. te Marum (De Haar) (ouders won. te Marum, vader landbouwer),trouwde op 20-05-1922 te Marum met Helena Goodijk (22jr), geb. 30-08-1899 te Oldeklooster, won. te Marum (Het Zethuis) (overl. 12-04-1978 te Marum, 78jr), dochter van Gerrit Goodijk (landbouwer) en Wijtske Alberda, won. te Marum.

c)  Eelkje Siebinga, geb. 30-09-1901 te Marum, overl. 15-04-1989 in verpleeghuis Bosch en Duin te                ’s Gravenhage (87jr) (in leven onderwijzeres).   Ongehuwd.

Later verhuisde het gezin naar Holmstein.


Boerderij Holmstein te Tolbert (eigenaar fam. Feith

                                                                                                                                Familie Reinder (Sakes) Reindersma. (bewoners 1872/76 tot uiterlijk 1916)

Kinderen:

2)  Sake Reindersma, geb. 04-09-1872 te Tolbert, (misschien in de hoofdstraat) overl. 20-03-1937 te Leeuwarden (64jr) (vertegenwoordiger in landbouwwerktuigen).

Hij (34jr) (monteur), won. te Groningen (ouders landbouwers te Tolbert), trouwde op 04-05-1907 te Leek met Tettje Bandringa (29jr), geb. 16-08-1877 te Tolbert (overl. 28-03-1937 te Leeuwarden, 59jr), dochter van Pebe Bandringa (landbouwer), won. te Tolbert en Reina Oosterhuis, overleden.

Kinderen:

a)  Reinder Reindersma, geb. 12-04-1908 te Groningen.

Hij (33jr) (leraar), won. te Deventer, onlangs te Groningen (beide ouders overl.), trouwde op 30-03-1942 te Groningen met Albertine Henriëtte Lindeboom (29jr), geb. te Berkhout, won. te

Groningen, dochter van Johannes Lindeboom (hoogleraar) en Gijsbertha Maria Adriani, won. te Groningen.

b)  Reina Aukjen Kornelia Reindersma, geb. 15-09-1909 te Groningen, overl. 16-05-1967 te Oosterbeek (57jr).

Zij (29jr), won. te Leiderdorp, binnen de laatste zes maanden te Leeuwarden  (ouders overleden te Leeuwarden), trouwde op 13-04-1939 te Leiderdorp met Joannes Theodorus Lodewijk Bruno Rameau (30jr) (chemicus), geb. 18-12-1908 te Leiden, won. te Leeuwarden (overl. 25-10-1997, begraven te Oosterhout), zoon van Willem Karel Lodewijk Rameau (koster) en Elisabeth Flippo, won. te Leiden.

Na het overlijden van Reina hertrouwde Theodorus met Nine Jaqueline Poulie, geb. 24-03-1915, overl. 17-15-2001, begraven te Oosterhout.

3)  Levenloos kindje, geb. 23-09-1874 te Tolbert.

4)  Willem Reindersma, geb. 26-10-1877 te Tolbert, overl. 22-06-1946 te Den Haag (68jr).

Hij (29jr) (leraar), won. te Den Haag, trouwde op 21-12-1906 te Den Haag met Lefferdina (Diena) Süthoff (27jr), geb. 26-08-1879 te Groningen, (overl. 29-02-1960 te Almelo, 80jr), dochter van Aiko Süthoff (timmerman) en Hielke Dupree, won. te Groningen (beiden geb. in Ditzumerverlaat, Duits Reiderland, gem. Bunde).

N.B: Willem ging op de fiets naar de kweekschool in Groningen die hij met succes heeft doorlopen.    Ook zijn latere echtgenote Lefferdina heeft deze opleideng gevolgd.


a)  Reinder Willem Reindersma,
geb. 04-04-1911 te ’s-Gravenhage, overl. 04-06-2002 te Gorssel (91jr).

Relatie : I)  Elisabeth Maria Krediet (4 kinderen). II)  Anna Roodenburg.

b)  Aukjen Heilke Reidersma, geb. 24-10-1912 te ’s-Gravenhage, overl. 02-07-2005 te ’s-Gravenhage (92jr).

Relatie :  Dr. Samuel Johannes Cornelis Dunlop (1908-1977).

Zie voor uitgebreide gegevens en verhalen geschreven door hun dochter Helena Lefferdina Dunlop. https://heldinedunloponssoortmensen.com/

c)  Aeiko Robert Willem Reindersma, geb. 02-07-1919 te Rotterdam, overl. 09-09-2016 te Beetsterzwaag (97jr).

Relatie : Dieuwke Grietje van Zuiden

Zie verder Fam.  Reinder Reindersma 2.     In memoriam Willem Reindersma                                                                       

5)  Kornelia Reindersma, geb. 15-09-1880 te Tolbert, overl. 15-05-1966 te Marum (85jr).

Zij (35jr), won. te Marum (ouders won. te Marum, zonder beroep), trouwde op 24-06-1916 te Marum met Albertus Wilhelmus Gaaikema (46jr) (oliefabrikant), geb. te Noordhorn, won. te Niezijl (overl. 28-11-1931 te Zuidhorn), zoon van Luie Harms Gaaikema (overl.) en Heilina Groenman, won. te Niezijl.

Kinderen:

a)  Heilina Gaaikema, geb. 17-04-1918 te Zuidhorn, overl. 28-10-1958 te Groningen (40jr).

Zij (24jr), won. te Groningen (vader overleden, moeder won. te Marum), trouwde op 29-03-1943 te Groningen met Pieter Hindriks (kapper), geb. 23-09-1915 te Groningen, won. te Groningen, zoon van Nicolaas Hindriks (kapper) en Hilje Vegter, won. te Groningen..

6)  Mintje Reindersma, geb. 15-12-1886 te Tolbert, overl. 03-07-1960 te Drachten, won. te Marum (73jr).

Zij (32jr), won. te Marum (ouders won. te Marum, zonder beroep), trouwde op 30-08-1919 te Marum met Klaas Strikwerda (29jr) (wagenmaker), geb. te Ureterp, won. te Marum (overl. 23-04-1971 te Rottevalle, 81jr), zoon van Mintje Strikwerda (kuiper), won. te Marum en Eva Beringa, overleden.   Bijzijn overlijden woonde Klaas Strikwerda samen met Sjoukje Bijlsma op Master

Kuiperswei 13 te Rottevalle

Kinderen:

a)  Mintje Strikwerda, geb. te Marum.

Relatie: G.H. van Dam (kinderen: Janneke, Minke en Klaas).

b)  Reinder Strikwerda, geb. 08-03-1924 te Marum, overl. 27-09-2016 Langestraat 47 te Marum (92jr)

Relatie: Gees Helmhout (kinderen: Klaas en Eric).

Opm. : Reinder Strikwerda was een toneelspeler en theatermaker. Hij begon op 9 jarige leeftijd met toneelspelen en is er nooit mee gestopt. Op 86 jarige leeftijd kreeg hij na het toneelstuk “Filmmaniakken“ , waarin hij de hoofdrol speelde, de onderscheiden “lid in de Orde van Oranje Nassau”.  Daarnaast was hij nauw betrokken bij de korfbalclub OKO te Opende. Deze club speelde op het terrein achter het café in “De  Parken” in Opende. Gees Helmhout was een dochter van de toenmalige caféhouder.                                                                                                                                                                                   In de overlijdensbericht stond:  “syn lichem liet it ôfwitte”


IN MEMORIAM Willem Reindersma 26 October 1877 – 22 juni 1946

Het verzoek van de Redactie van Euclides een memoriaal te willen schrijven over mijn trouwen vriend en medewerker heb ik dankbaar aanvaard. Want waar is dit voor een groot didacticus en paedagoog als Reindersma was, beter op zijn plaats dan in het tijdschrift, dat gewijd is aan de didactiek der exacte vakken.

Alvorens dieper op de didactische en paedagogische qualiteiten van den overledene in te gaan, geef ik hier eerst in het kort een levensbeschrijving.

Geboren 26 October 1877 te Tolbert (Groningen), waar zijn ouders een boerderij hadden ging Willen Reindersma, na de lagere school te hebben doorlopen, naar de Rijkskweekschool voor Onderwijzers in Groningen.

Boerderij van de fam. Feith, waar Willem Reindersma is geboren in 1877.

We zien hem dan 1 juni 1896 zijn loopbaan bij het onderwijs beginnen als onderwijzer in Paterswolde. Ondertussen studeerde hij voor de Hoofdacte en voor het Staatsexamen. In Groningen studeerde hij Wis- en Natuurkunde, waar Prof. Haga in zijn nieuwe laboratorium in hem de liefde tot het experiment deed ontwaken. Na zijn Candidaatsexamen volgde hij Casimir naar Den Haag, eerst als leraar aan de Vervolgschool van de Haagse Schoolvereniging, ondertussen medewerkende aan het tot stand komen van het Nederlands Lyceum, dat in September 1909 werd geopend en waaraan Reindersma was verbonden als Directeur van de H.B.S. afdeling en leraar in Wis- en Natuurkunde.

Tussen deze bezigheden door kon hij in Leiden bij Lorentz nog college lopen en in Groningen zijn doctoraal examen afleggen. Met een onderbreking van 1915 tot 1923, in welke tussentijd hij Directeur was van de Kweekschool voor Onderwijzers in Rotterdam, in welke functie hij o.m. de Wis- en Natuurkundige opleiding voor de Onderwijzers moderniseerde, is hij tot 31 Mei 1946 aan het Nederland Lyceum verbonden geweest en wel van 1931 af als Rector.

Op die laatste Meidag zou hij aftreden als Rector na 50 jaar lang het onderwijs in allerlei vormen trouw te hebben gediend. Er waren dan ook grote plannen om die afscheidsdag tot een voor hem onvergetelijke dag te maken, maar het heeft niet zo mogen zijn. Reeds vele maanden was hij niet meer de oude. Wel kwam hij nog dagelijks op het Lyceum om met zijn opvolger allerlei te bespreken. 22 Mei is hij er het laatst geweest. Toen de doctoren, die hem behandelden, ten slotte moesten verklaren, dat er geen genezing mogelijk was, verkeerde alle vreugde voor de afscheidsdag in diepe smart. Met Pinksteren en volgende dagen liet hij zijn vrienden een voor een komen om afscheid te nemen. 22 Juni kwam aan dit rijke leven een einde.

Laat mij nu trachten in enkele hoofdtrekken te schetsen wat Reindersma als didacticus en paedagoog heeft betekend. Doordat ik het grote voorrecht heb gehad, zovele jaren met hem samen te werken, heb ik zijn grondgedachten over de didactiek der Natuurkunde en de paedagogische beginselen, waarop die berusten, zò in mij op kunnen nemen, dat wij die ten grondslag hebben gelegd aan ons Nieuw Leerboek der Natuurkunde en aan de andere, die daarvan het gevolg zijn geweest.

Waarin bestond nu dat  “Nieuwe”?

De te behandelen stof  en de methode van behandeling dienen te worden aangepast aan de geestelijke ontwikkeling van de leerling. Dat brengt dus met zich mede, dat het experiment op de voorgrond staat en de deductie meer naar later wordt verschoven. Gebruikmakende van de zin voor zelfwerkzaamheid bij de jeugd zijn van de aanvang af practische oefeningen opgenomen. Verderop komen experiment en deductie meer met elkaar in evenwicht. Sommige problemen, die zich daartoe lenen, zijn historisch behandeld, maar meestal wordt een meer directe weg gevolgd ter oplossing van een probleem. Daarin ligt vanzelf opgesloten, dat de leerlingen er toe gebracht worden zelf over de problemen na te denken en zo tot begrip te komen.

Deze zelfde gedachten had Reindersma in zijn Rotterdamse periode ook al toegepast bij het schrijven van zijn Beknopt Leerboek der Vlakke Meetkunde, waarbij hij, zoals hij zelf zegt, getracht heeft de fout te vermijden: te beginnen met grote gestrengheid in plaats van daarmee te eindigen. “Het axiomatisch aanvaarden ener waarheid is toch altijd beter dan een schijnbewijs te leveren”.

Weer aansluitende aan de zucht tot zelfwerkzaamheid van de jonge mens, behandelt hij in het eerste deel de meetkunde als Meet-kunde en pas verderop komen de strengere bewijzen. Typerend is bijv. de uitdrukking, die hij daarvoor gebruikt: “Het boek groeit met de leerling”.

Maar laat ons nu weer terugkeren tot de Natuurkunde. Het is te begrijpen, dat toen het Bestuur van de Nederlandse Natuurkundige Vereniging een commissie instelde om rapport uit te brengen over het onderwijs in de Natuurkunde aan Gymnasia, H.B.S. en Lycea (bekend als commissie Fokker), Reindersma daarin een groot werkzaam aandeel heeft gehad. Hoe komen mij die commissievergaderingen in de Rectorskamer van het Nederlands Lyceum weer voor de geest, waarin Reindersma op zijn rustig kalme manier de belangrijke problemen als: “Doelstelling van het Natuurkunde onderwijs”, het “Practisch Werken”en zo meer formuleerde en verdedigde. De nieuwe gedachten werden door hem ook uitgesproken toen op het Nederlands Natuur- en Geneeskundig Congres in 1927 in Amsterdam het Natuurkundeonderwijs ter sprake kwam. Hij wijst er op dat de Natuurkunde, die wij moeten onderwijzen, in de eerste plaats experimentele wetenschap is en als zodanig, niet als wiskunde, moet worden behandeld. “De wijze waarop de leerling tot kennis komt, moet de wezenlijke kenmerken der natuurwetenschappelijke methode bevatten”. “Het Natuurkunde onderwijs kan opvoeden tot logisch denken, tot scholing der opmerkingsgave, tot oefening in objectieve beschouwing der gegevens. Maar dan moet de leerling zelf denken, zelf waarnemen”.

Verder wijst hij er op, dat de algemene paedagogische eis, die grotere zelfwerkzaamheid van de leerlingen vraagt, in de richting van Practisch Werken dringt.

Om dit practicumvraagstuk nader te bezien en een lijst van proeven met nauwkeurige opgave van de daarvan benodigde hulpmiddelen samen te stellen, werd door het Bestuur van de Nederlandse Natuurkundige Vereniging een nieuwe commissie ingesteld onder voorzitterschap van Reindersma. De resultaten van het werk van deze sommissie, waaraan ook Denier van der Gon een zeer groot aandeel heeft gehad, kan men vinden in: Natuurkundige proeven voor Leerlingen, Deel I (1934) en Deel II (1937). Tegenwoordig is het Practisch werken voor Natuurkunde op vele scholen ingevoerd.

Laat mij, om niet te uitvoerig te worden, nu nog enkele andere kanten van Reindersma belichten:

Dat hij met hart en ziel leraar was en zijn leerlingen steeds kon betrekken in de problemen, waar zij samen meer bezig waren, behoef ik niet nader uiteen te zetten. En dan als Rector van het Nederlands Lyceum, dat hem zo na aan ’t hart lag en dat hij geleid heeft als een betrouwbaar stuurman vooral ook in de kaatste zware jaren van de oorlog. Wat hij daarbij inwendig veel verwerkt moet hebben bij alle beslissingen die in het belang van de school, van de leerlingen en leraren genomen moesten worden, zullen weinigen beseft hebben, want hij was stil en weinig mededeelzaam. Hij wist zoveel, maar sprak zo weinig. Toch leefde hij zo met zijn grote liefdevolle hart met ieder mede, die in levensmoeilijkheden zat. Zelf heb ik dit ervaren en weet wat in die tijden echte vriendschap betekent.

Moge deze korte schets iets hebben kunnen vertolken van mijn diepe dankbaarheid voor die vriendschap en moge daarbij tevens enigszins naar voren zijn gekomen hoe deze didacticus en paedagoog in die diepere zin van het woord, een trouwe leidsman is geweest voor vele k\jonge mensen, die aan zijn zorgen waren toevertrouwd en een stil voorbeeld van trouw voor allen, die in hun leven nader met hem in aanraking zijn gekomen.

Hij rust in Vrede!

T. van Lohuizen


Nu weer terug naar mijn eigen zoektocht op internet en wij gaan door met de geboorteakte van Joukjen, het eerste kind van Reinder en Aukjen.

Reinders vader Sake Willems, die óók in Ureterp woont, heeft natuurlijk vol bewondering naar zijn kleindochter gekeken, maar de zaken gaan door

Ook in 1871 een huwelijk, dit keer een broer van Aukjen, Wobbe geheten trouwt in mei met Riemke Douma. Wobbe is brugwachter.

1872 in juli een advertentie van Sake Sietzes Reindersma, Aukje’s vader, die Engelsch raapzaad aanbiedt.

Dit is Raapzaad.

4 september 1872 wordt het tweede kind van Reinder en Aukje geboren. Zoon Sake. Waarschijnlijk wonen ze dan nog in de Hoofdstraat.


Een intermezzo

Op 4 september 1872 is het tweede kind van Reinder en Aukjen, Sake, in Tolbert geboren. De familie is dus verhuisd van Ureterp, geboortedorp van Reinder naar Tolbert. Zij wonen dan in de Hoofstraat 4 in Tolbert.
Mei 2023 bezocht ik de oudheidskamer Fredewalda in Tolbert. Ik had daar een bijzonder informatief gesprek met Greet Atsma van de stichting Oudheidkamer Fredewalda in Tolbert. Tevens kon ik de grote maquette zien die daar opgesteld is van het dorp Tolbert zoals het was rondom 1926. Daarop is ook de boerderij te zien in de Hoofdstraat waar Reinder en Aukjen woonden toen ze naar Tolbert verhuisd waren. Op de maquette is Holmstein, waar het gezin later naartoe verhuisden niet meer te zien.

Van de website van Fredewalda heb ik enige foto’s uit Tolbert gedownload en ook in het Reindersma’s fotoarchief heb ik enige foto’s uit Tolbert gevonden. En tevens heb ik een paar foto’s gemaakt van de maquette van Tolbert.

Nu volgt informatie over Holmstein en Hendrik Octavius Feith, die Holmstein als buitenverblijf heeft aangekocht. Reinder en Aukje hebben in een boerderij van Holmstein gewoond.

In 1871 werd het landgoed ‘Holmstein’, bestaande uit groot huis, enkele boerderijen en schuren gekocht door Hendrik Octavius Feith.

Hendrik Octavius Feith. 1813-1895.

Reinder en Aukje Reindersma huurden een van de boerderijen en Reinder was zaakgelastigde van H.O. Feith.
Hendrik Octavius Feith was een kleinzoon van de dichter Rhijnvis Feith en een zoon van Henricus Octavius Feith.
Hendrik Octavius Feith was, naast allerlei andere bezigheden ook archivaris in de stad Groningen. Net als zijn vader In de wintermaanden bracht hij over het algemeen zijn tijd in de stad Groningen door, de zomermaanden was hij doorgaans in Tolbert, waar hij ongetwijfeld regelmatig contact had met Reinder en Aukje Reindersma en hun kinderen.

In de collectie van de Groninger archieven vond ik enige foto’s van ‘Holmstein’.

Holmstein is in de jaren 80 van de vorige eeuw afgebroken en moest plaats maken voor industrie.

In een uitgave van Historisch Leek, jaargang 26,  2012 no. 3, blz 2-7 is een artikel over ‘Holmstein’ te vinden:

In 1880 is een advertentie in de krant te vinden waar Mr. H.O. Feith een boerenplaats en 25 bunders (= 25 hectare) Bouw-weid- 3n hooiland wordt aangeboden om te verhuren. De briefjes kunnen gestuurd worden naar Reinder Reindersma.

Hendrik Octavius Feith had ook kinderen, waaronder Johan Adriaan, die hem later als stadsarchivaris is opgevolgd.

FEITH, Johan Adriaan (1858-1913)

Johan was bijna 20 jaar ouder dan Willem Reindersma, mijn grootvader, die in de stad Groningen op de kweekschool zat en daar later wis- en natuurkunde studeerde. Daar is ongetwijfeld een vriendschap uit ontstaan. Toen Willem op 24 oktober zijn tweede kind kreeg, Aukje Heilke, dat werd later mijn moeder, werd hij met deze voorspoedige geboorte hartelijk gefeliciteerd door Johan Adriaan Feith. Ik heb een blog geschreven over de felicitaties die Willem en Lefferdina kregen naar aanleiding van de geboorte van Aukje Heilken.


Tjibbe Reindersma, broer van Reinder en molenaar geeft in een advertentie uit 1872 aan dat zijn nieuwe molen geopend is.

Een advertentie over de veiling van een vruchtbare zathe (= een boerderij met land) in Ureterp. Als ik het goed begrijp huurt op dat moment Reinders vader deze Zathe

Dit keer krijgt Reinder vader een prijs voor veulendragende merriën mèt de veulens. De eerste nog wel en hij verdient daar zeventig gulden mee.

11 mei 1874 wordt er wederom een huis geveild. Aan de Ureterpervaart. Het lijkt het huis van Reinder te zijn die met vrouw en kind naar Tolbert vertrekt.

In Ureterp is Tjibbe, Reinders oom van vaders kant, molenaar. Samen met andere molenaars maken ze gezamenlijk de prijzen bekend van het maalloon van verschillende gewassen.

19 juni 1874 viert een oudtante van Reinder, Antje Reindersma, samen met haar echtgenoot Douwe Kornelis Lest en hun kinderen in Kooten, hun 40 jarige bruiloft.

23 september 1874 wordt het derde kind geboren. Het is een levenloos kindje.

Daarna verhuizen Reinder en Aukje naar een boerderij bij Holmstein. Holmstein is het zomerverblijf van Hendrik Octavius Feith

http://www.greetsgenealogie.nl/gezinskaart-van-hendrik-octavius-feith-1813-1895/

Deze boerderij huurde Reinder van Hendrik Octavius Feith. Eerder in dit blog is al informatie gedeeld over deze episode.

April 1875 koopt de heer Reindersma, ik ga er vanuit dat dit Reinders vader is, een peperdure zwarte hengst. Hij betaalt daar duizend gulden voor. Een groot bedrag voor die tijd!

Voor onderstaande hengst krijgt hij eind juni een prijs van 120 gulden of een gouden medaille en in een advertentie in een andere krant is te lezen dat de zwarte hengst van S.W. Reindersma niet te huis is op 30 juni en 1 juli. Dat spreekt vanzelf, want hij is dan mee naar de wedstrijd.

Reinders vader is voornemens de afbraakmaterialen van de standaardkorenmolen te verkopen is te lezen in een advertentie van 24 februari 1875 in de Dragster courant.

Hier een bijzonder verhaal uit de Landbouwcourant van 8 maart 1876. Er wordt een overzicht gegeven van de hengsten, ik denk dat het hier gaat om Friese paarden, die ter dekking staan.
Ook in Gaarkeuken, een gehucht in de buurt van Grijpskerk, staat een hengst ter dekking en wel een fraaie zwarte hengst die afstamt van de beroemde zwarte hengst van Hr. Reindersma te Ureterp. De hengst staat ter dekking bij de Gebroeders Gaarkeuken, die, hoe mooi is dat, ook in Gaarkeuken wonen.

Het wordt tijd voor een foto van een mooie zwarte hengst. Dit is niet de beroemde hengst van Sake Willems Reindersma, het is wel een bekroonde hengst van nu.

13 april 1876 bevalt de oudste zus van Reinder Eelkjen Reindersma, die getrouwd is met Hylke Bakker, van haar 6e kind. Sake heet het jongetje. In 1871 beviel zij ook al van een zoontje dat Sake heette, maar die is héél jong overleden.

In mei van 1876 gaan broer Sietze en zus Mintje van Aukje op dezelfde dag in ondertrouw. Óók het huwelijk zal op dezelfde dag plaatsvinden.

Een informatief krantenartikel over een paardententoonstelling in 1876. Er was ter gelegenheid daarvan een ingezonden stuk naar krant gestuurd die klachten heeft over de keurmeesters die daar werkzaam zijn. De schrijver van dit stuk reageert op dit ingezonden stuk.

Met de bekroonde zwarte hengst kan Sake Willems Reindersma goede sier maken. Hij beveelt dit prachtige paard bij de paardenhandelaren aan!

3 maart 1877, Mintje Reindersma, getrouwd met Wytse van der Meer, zus van Aukje, krijgt haar eerste kind, een dochter die de naam Jetske krijgt. Zij zal maar 20 maanden oud worden.

En ook Riemke Douma, schoonzus van Aukje, getrouwd met haar broer Wobbe die brugwachter is in Drachstercompagnie  is, krijgt een dochter in 1877. Ze heet Joukje.

Het jaar 1877 is een rijk jaar wat baby’s betreft voor de familie Reindersma. 13 april komt Sake Reindersma ter wereld. Sake is een zoon van Sietze Reindersma, broer van Aukje en van Aukje van Kammen. Hij is enig kind en zal niet trouwen. Hij boerde wel goed in z’n eentje en heeft voor zijn dood het Sake Sietzes Reindersmafonds opgericht. Daarover heb ik een blog geschreven en dat al eerder gedeeld.

26 oktober 1877. Weer een geboorte. Nu krijgen Reinder en Aukje hun vierde kind. Willem is zijn naam en hij zal in 1947 mijn grootvader worden omdat hij de vader van mijn moeder is. Over hem heb ik een hele reeks blogs geschreven, hierbij de link naar het introductieblog:

3 november 1877 komt er nog een baby ter wereld. Dit keer is Trijntje Landmeter, echtgenote van Reinder’s broer Tjibbe, bevallen van een zoon, zijn naam is Fokke.

Een advertentie om hout en snoeirijs te verkopen. Snoeirijs, heb ik opgezocht, zijn de gesnoeide takken die al in bloei stonden.

Er staat een zoon van de hengst die zo’n mooie prijs heeft gekregen bij Sake Willems Reindersma (Reinders vader) te koop. Dat is natuurlijk een prachtige aanbeveling om een dergelijk paard te kunnen verkopen!

En ook in 1878 wordt er bij een zus, Eelkjen, en zwager van Reinder een baby geboren. De zoon zal als Durk door het leven gaan.

Niet alleen hengsten komen in aanmerking voor mooie prijzen, ook bij een wedstrijd met grasmaaimachines zijn mooie prijzen te winnen en enterstieren (dat zijn eenjarige stieren), onbekroonde tuigpaarden en ook voorwerpen ter opluistering worden  beoordeeld en kunnen in de prijzen vallen. President van de Friesche maatschappij van Landbouw en veeteelt is Oebele Willems Reindersma uit Ureterp, een oom van Reinder.

Hierbij het programma van die maaiwedstrijd en de keuring van enterstieren en tuigpaarden.

Helaas staat de mooie zwarte hengst van 4 tot en met 7 juni 1878  niet ter dekking. Dat komt omdat Reinders vader Sake Willems Reindersma die dagen afwezig is.

September 1878 vraagt Tjibbe Reindersma, molenaar in Ureterp en broer van Reinder via de krant om een molenaarsknecht, die zijn werk grondig verstaat.

En dan blijkt Tjibbe rond oktober 1878 de molen  te koop te zetten. Mei 1879 kan de nieuwe molenaar erin! Tjibbe is dan 43 jaar

En dan een heel triest bericht, zoontje Durk van Eelkjen Reindersma en Hylke Bakker overlijdt na 5 maanden.

Januari 1879 worden er weer enige bouwlanden verkocht of verhuurd waar de Reindersma’s bij betrokken zijn. S.S. Reindersma is Sake Sietses Reindersma, vader van Aukje en O.W. Reindersma is Oebele Willems Reindersma. een broer van Reinders vader.

Hieronder een beschrijving van een ‘vermakelijkheid in het wintersaisoen’ in Opeinde, een schaatsevenement.

Vorige jaren waren er vooral advertenties van de vader van Reinder te vinden in de kranten die over dekmogelijkheden en dekgelden van hengsten gingen, dit jaar óók een advertentie van Reinder zelf voor zijn beroemde hengst Radboud

Op 8 april 1879 wordt er weer eens een Aukje Reindersma geboren. Zij is de dochter van Riemke Douma en Wobbe Reindersma, een broer van Aukje.

Een bericht in de Opregte Haarlemsche courant van 1879 van 13 oktober. Het bericht gaat over de beroemde zwarte hengst van Sake Willems Reindersma, vader van Reinder die in 1875 de eerste prijs toegekend kreeg en sindsdien een aantal nakomelingen heeft gekregen, die óók in de prijzen zijn gevallen.

Hieronder wordt beschreven de eerste vergadering van het Friesch-rundvee stamboek en het Paarden stamboek in oktober 1879.

Na de dood van zoontje Durk november 1878 wordt er in november 1879 een dochtertje geboren bij Eelkjen Reinderma en Hylke Bakker. Ze noemen haar Gepke.

Oebele Willems Reindersma, een oom van Reinder die in Ureterp woont, heeft samen met een groep andere belanghebbenden zich tot de minister van Waterstaat gewend om te verzoeken het kanaal van Veenhuizen naar Drachten te verbeteren. Op allerlei plaatsen in de provincie zijn al verbeteringen van de waterwerken toegepast, maar dit kanaal is achtergebleven en daar wil de groep verandering in brengen.

Pootaardappels…. Te bekomen bij Sake Sietzes Reindersma, de vader van Aukje te Ureterp.

In de Landbouw courant van 18 april 1880, let op het prachtige titel-logo  van de krant, staat er een groot overzicht van de ter dekking staande hengsten in de regio. Natuurlijk staat de hengst van Reinder, Radboud, óók genoemd.

Op 1 mei 1879 is het Friesch Paardenstamboek opgericht. Hieronder een krantenbericht daarover. Ook Oebele Willems Reindersma, een oom van Reinder en broer van zijn vader was daarbij betrokken.

De familie Reindersma handelt niet alleen in paarden. Óók Drentsche schapen worden verhandeld.

September 1880 wordt Kornelia geboren. De tweede dochter van Aukje en Reinder.

Oktober 1880 vieren Hendrik en Antje Kijlstra-Reindersma hun 40 jarige huwelijksfeest. Antje Reindersma is een oudtante van Aukje en een broer van Reinders grootvader.

Mei 1881 trouwt Jan Plantinus Reindersma, een neef van Aukje met Sytske Beekman.
Jan Plantinus en Sytske krijgen 7 kinderen. Hun vierde kind, een zoon met de naam Sietse gaat het leger in wordt korporaal. In 1912 wordt hij verliefd op Hendrika Johanna van Essen en daar komt een kind van vóórdat ze getrouwd zijn. Op 31 januari baart Hendrika Johanna een zoon, die óók de naam Sietse wordt pas op 1 maart aangegeven en krijgt de achternaam van zijn moeder. Sietse van Essen heet hij dus. Op 12 juni 1913 trouwen Sietse en Johanna. Ze krijgen in 1915 nog een kind, een dochter dit keer, die de naam Sytske krijgt en de achternaam van haar vader, Reindersma.

aangifte Sietse van Essen. Hieronder de advertentie van zijn grootouders, die in 1881 trouwden.

Het einde van deel 1. Het vervolg van dit blog is te lezen in deel 2.

Plaats een reactie