
Het begint in Haarlem.
Anna Maria wordt geboren op 17 juni 1854 in Haarlem en is het jongste kind van Johannes Cornelis Mikkers en Frederica Lemmermans. Johannes Cornelis Mikkers heeft een timmerbedrijf.

Haar oudste broer is 14 jaar ouder dan zij en tussen hem, Johannes Cornelis en Anna Maria worden nog 8 andere kinderen geboren, inclusief een levenloos zoontje in 1853.
In 1855 overlijdt een zus van haar vader aan een ‘uitteerende ziekte van eenige maanden’, een fenomeen dat we tijdens het leven van Anna Maria vele malen zullen meemaken.
In 1857 overlijdt haar vader, 40 jaar oud, 17 jaar getrouwd en niet heel veel later overlijdt óók moeder Frederica, dat is in 1861, zij is dan 44 jaar oud.
Nu beide ouders zo jong zijn overleden worden hun negen kinderen opgenomen in het Doopsgezinde weeshuis in Haarlem.
(over een bezoek aan het Doopsgezinde weeshuis en het archief heb ik een blog geschreven:
Bezoek aan het archief van de doopsgezinde gemeente in Haarlem
De oudste zoon Johannes Cornelis is dan al 20 jaar en mag op zichzelf wonen, maar hij moet wel de weeshuiskleding dragen. Hij maakt daar bezwaar tegen want hij heeft al een betrekking, hij is notarisklerk. Ook zijn jongere broer Frederik Jan die dan 17 jaar is verblijft ergens anders, want hij kan aan de slag als tamboer van het leger.
In november 1862 vertrekt broer Augustus Jacobus uit het weeshuis. Hij is dan 16 jaar, had tot dan een baan bij de griffie van de Haarlemse rechtbank en gaat naar zee. Hij vertrekt met een vrachtvaarder mee naar Sicilië. Hij overlijdt op 5 juli 1880, 33 jaar oud.
Anna Maria, haar roepnaam is Maria, is 6 jaar als ze wordt opgenomen in het weeshuis. Het weeshuis word geleid door regenten en regentessen. Zij vinden het hun plicht om de weeskinderen op te voeden tot deugdzame burgers en om van hen goede lidmaten van de gemeenschap te maken. De jonge dames worden klaargestoomd om aan de slag te gaan als dienstmeid of kamenierster. Het gebeurt ook regelmatig dat er na afscheid van het weeshuis een huwelijk in het verschiet ligt.
Maria Mikkers is in 1868, ze is dan 14 jaar, de eerste die dit patroon doorbreekt. Op school is ze een opvallend goede leerling en haar schoolprestaties vallen enorm op. Daarom stelt haar schoolmeester en het bestuur van de armenschool aan de regenten van het weeshuis voor om haar een opleiding tot lerares te laten volgen. Toen de regenten haar over deze plannen vertelden ‘gaf zij onbewimpeld te kennen dat zij zich zeer gelukkig zou rekenen indien haar zou worden vergund opgeleid te worden voor onderwijzeresse’ (citaat uit: Wezen en weldoen, 375 jaar Doopsgezinde wezenzorg in Haarlem. Hilversum, Verloren, 2009)
In hetzelfde jaar 1868 overlijdt een broer van haar, Dirk Herman. Hij is dan 18 jaar oud en woont natuurlijk ook in het weeshuis.
Maria krijgt eerst gedurende enkele maanden privélessen voor Frans van de dochter van de schoolmeester en ook wordt ze door diens zoon bijgespijkerd in andere vakken die ze voor de studie van lerares nodig zal hebben. Ze wordt ingeschreven bij de kweekschool voor Onderwijzeressen. Om ook haar morele capaciteiten te ontwikkelen gaat ze in de kost bij de directrice van de kweekschool. Zo kan naast wetenschappelijke kennis ook deze morele kennis aan haar overgebracht worden. Maria moet wèl de concessie doen dat zij haar weeshuiskleding zal blijven dragen zodat zij haar afkomst niet zal verloochenen. In het begin komt Maria de weekends en vakanties terug naar het weeshuis maar in april 1869 wil de directrice van de kweekschool dat niet meer omdat de opleiding die ze in de week van de directrice ontvangt niet strookt met die welke de vader en de moeder van het weeshuis haar op zondag geven en ze wil dat Maria alleen nog aan haar leiding wordt toevertrouwd. Aan dat verzoek wordt voldaan.
In 1877 heeft Maria haar opleiding afgerond en kan ze als onderwijzeres naar Nederlands-Indië vertrekken. Op die tijd kom ik later in dit verhaal nog uitvoerig terug.
In 1868 trouwt haar oudste broer, 27 jaar oud, met Magdalena Gezina Dijkman. Zij is een nicht van hem want beider moeders zijn zussen van elkaar. Johannes Cornelis werkt dan bij de Haarlemse griffie als ambtenaar.
In 1869 wordt het eerste nichtje van Maria geboren, het eerste kind van haar broer Johannes Cornelis, Anna Geertuida heet ze, na dit kind zullen er nog zeven kinderen volgen waarvan twee kinderen precies dezelfde namen hebben. De eerste Maria Wilhelmina werd geboren in januari 1872, de tweede in december 1872. De eerste Willem Frederik Mikkers werd geboren in februari 1874, de tweede in augustus 1875. Helaas zijn de eersten dus héél vroeg gestorven. Dit is een fenomeen dat vaak voorkomt in deze tijd.
Een andere broer van Maria, Abraham, heeft óók het een en ander aan drama meegemaakt. Hij trouwt op 8 september 1871 met Engelina Deijlius. 11 juni 1872 verschijnt een advertentie in de krant dat dochter Frederica Margaretha is geboren. Op 20 februari 1874 wederom een bericht in de krant , hun dochter Frederika Margaretha is overleden, 20 maanden oud. Op 2 april 1874 overlijdt vader Abraham Mikkers 25 jaar oud. Op 30 mei 1874 krijgt de weduwe van Abraham, Engelina een dochter die weer Frederica Margaretha genoemd wordt en op 8 april 1875 overlijdt moeder Engelina zelf. Het dochtertje wordt opgevoed door de moeder van Engelina, die zelf ook weduwe is. In 1943 staat in de krant een bericht dat Frederica Margaretha Mikkers onder curatele wordt gesteld. Ze woont in Alkmaar, maar verblijft in Groesbeek. Eind 1952 overlijdt Frederica Margaretha Mikkers in Castricum, 78 jaar oud.
In 1865 vertrekt de oudste zus van Maria naar Nijmegen, haar naam is Anna Geertuida en zij is in 1841 geboren. Ze gaat daar werken bij een familie als dienstmeisje, dus zij vertrekt uit het weeshuis, In 1871 overlijdt Magdalena Geziena Mikkers, die al heel lang ziekelijk is, in Amsterdam, dus ook deze zus is al een tijdje vertrokken uit het weeshuis, de precieze datum is niet te vinden. Op dat moment vallen er nog drie kinderen Mikkers onder de verantwoordelijkheid van het weeshuis. Anna Maria, die bezig is met haar onderwijzeresse opleiding en bij de directrice is geplaatst en twee van haar broers.
Anna Maria wordt onderwijzeres en gaat naar Nederlands-Indië.
In 1872 worden in den Haag examens afgenomen voor hulponderwijzeres. 21 kandidaten melden zich om examen te doen, 4 werden er afgewezen, 17 kandidaten zijn geslaagd. Óók Anna Maria.
In 1874 moet Maria zich weer melden voor een examen in Den Haag. Het gaat nu om een examen in de Franse taal. Zij woont nu in Vianen en slaagt ook voor dit examen. Op dezelfde datum doet ze succesvol examen voor acte-examen voor het lager onderwijs. Zij is ondertussen 21 jaar oud.
Op 26 januari 1875 komt er een beschikking van de minister van Koloniën waarin een aantal hoofdonderwijzeressen en hulponderwijzeressen ter beschikking van de Gouverneur-Generaal van Nederlandsch-Indië worden gesteld om benoemd te worden tot hulponderwijzeres voor de dienst dáár te lande. Ook Maria behoort bij deze groep en zij vertrekt naar Indië. Op 30 juni 1875 is het zover. Het schip de G.G. Meijer vertrekt en zal aanmeren in Cheribon, Tagal, Pekalongan, Semarang en Soerabaja. Dat moet een overweldigende reis geweest zijn voor Maria. Geen enkele reiservaring en dan meteen zo’n grote reis naar de Oost. Haar eerste betrekking is in Cheribon. Ze wordt in juni 1875 hulponderwijzeres aan de openbare lager school aldaar. Een jaar later, augustus 1876, krijgt ze een baan op de vierde lagere school in Batavia, óók als hulponderwijzeres. In september van dat jaar vaart ze van Cheribon naar Batavia met het s.s. Baron Bentick.
Ondertussen studeert Maria door. Op de normaalschool in Batavia neemt ze les om uiteindelijk het examen hoofdonderwijzeres te behalen. Die ambitie slaagt. In februari 1878. Ze rondt het examen succesvol af. Ze gaat na het examen werken op de eerste lagere meisjesschool in Batavia en januari 1879 verandert ze wederom van baan en krijgt een baan op een nieuw te openen lagere meisjesschool te Meester-Cornelis. Op dat moment is ze onderwijzeres der 2e klasse. Meester-Cornelis is een wijk in Batavia.

Die baan is niet van lange duur want in april 1879 gaat Maria verhuizen. Ze gaat naar de meisjesschool in Semarang en wordt daar hoofonderwijzeres 1ste klasse.
Op 18 september 1879 komt Maria met de boot weer in Batavia aan en 2 maanden later november komt ze weer voor op de passagierslijst van het s.s. Koning Willem III en is ze op weg naar Semarang. Op datzelfde schip vaart ook ene Dunlop mee, Eduard Willem Dunlop, haar toekomstige echtgenoot. Hebben ze elkaar toen leren kennen? Kenden ze elkaar al, dat heb ik helaas niet kunnen nagaan, maar dat het klikte tussen die twee blijkt in de maand juli van het volgend jaar 1880. Op 31 juli van dat jaar wordt het huwelijk gesloten tussen Eduard Willem Dunlop en Anna Maria Mikkers. Kort voor dit huwelijk overlijdt Augustus Jacobus Mikkers, een broer van Maria.
Vlak voor het huwelijk is Anna Maria eervol ontslagen uit ‘s lands dienst als onderwijzeres der eerste klasse bij het openbaar lager onderwijs voor Europeanen en met dezen gelijkgestelden in Nederlandsch Indië.
Eduard Willem Dunlop
Eduard Willem Dunlop, mijn overgrootvader, geboren in 1853 in Rotterdam,

komt uit een gezin met nog meer kinderen dan zijn vrouw Anna Maria Mikkers. Het zijn er 11. Naast die elf kinderen zijn er nog twee jong gestorven dochters geboren, Margaretha Petronella Suringar, zijn moeder, heeft dus 13 maal in het kraambed gelegen.
Eduard Willem had vier broers en zes zusters.
Vader Samuel Dunlop was directeur van een assurantiemaatschappij in Rotterdam.
Zijn moeders vader, Hendrik Willem Suringar, was een gedreven filantroop die zich voor allerlei groepen mensen inzette. Gevangenen en armen en die zich heel veel met sociaal werk bezig hield.
Over Henrik Willem Suringar en zijn dochter Margaretha Petronella Suringar heb ik een blog geschreven:
Een verhaal over Willem Hendrik Suringar en zijn dochter Margaretha Petronella Jacoba Dunlop-Suringar.
In 1863 zijn de ouders van Eduard Willem 25 jaar getrouwd
en in 1869 overlijdt zijn vader. In 1873 besluit Eduard Willem, toen twintig jaar oud, naar Nederlands Indië te vertrekken om daar een bestaan op te bouwen. Zijn oudere broer Samuel Johannes is ook al naar dat verre land getrokken en zijn jongere broer Gerard Coenraad Bernard heeft daar ook voor een deel gewerkt. Ook neven van hem zijn hem al voorgegaan en werken in Nederlands-Indië.
Nadat hij bij enige firma’s gewerkt heeft kan hij onder andere met hulp van zijn oudere broer Samuel Johannes de firma E. Dunlop & Co. opstarten. Hij kan enige relaties van een geliquideerde firma overnemen, de belangrijkste daarvan was het huis Pierre Chabanneau & Co in Bordeaux waar cognac werd verhandeld. Ook relaties met sigarenhandelaren werden aangeknoopt en dit alles was de basis van de handelsfirma E. Dunlop & Co, die in de loop der jaren een enorme aanwas van allerlei producten heeft gekend.
Het eerste pand waar de firma gevestigd was bevond zich in de Rijswijkstraat in Batavia.
(over de reclames van de firma E. Dunlop & Co Heb ik een blog geschreven: De reclames van E. Dunlop & Co )
Huwelijk en het vroege overlijden van Eduard Willem.
Zoals boven al werd vermeld, trouwt Eduard Willem op 31 juli 1880 met Anna Maria Mikkers. Zij krijgen drie zonen, de oudste, óók Eduard Willem wordt in 1881 geboren, Samuel Johannes Cornelis wordt in 1883 geboren en de jongste zoon Gustaaf Abram ziet in 1887 het levenslicht.
In Nederland is in maart 1883 de moeder van Eduard Willem overleden.
Als Eduard Willem 37 jaar is, in mei 1890, overlijdt hij op 17 mei plotseling door een hartaanval. In de Java-bode van 19 mei staat een opmerkelijk stukje over het overlijden van Eduard Willem. 17 mei 1890, de dag dat Eduard overlijdt valt op een zaterdag. In deze krant staat te lezen dat Eduard en zijn gezin op woensdag 21 mei voor een tijd naar Nederland zouden vertrekken. Dinsdag voor dat geplande vertrek wordt hij begraven in Buitenzorg.
Ook in het Bataviaasch nieuwsblad van 19 mei staat een bericht over de begrafenis van Eduard Willem Dunlop.
Anna Maria blijft met 3 jonge kinderen achter en vertrekt vrijwel onmiddellijk naar Nederland, in juni is zij met haar kinderen te vinden op een passagierslijst van de s.s. Burgemeester den Tex die vaart van Batavia naar Amsterdam. Augustus 1890 wordt het pand waar Eduard en Maria woonden in Buitenzorg, het huidige Bogor, door Maria via een veiling gekocht en op haar naam gezet.
De firma wordt voortgezet door de Heer Ader, de procuratiehouder. Natuurlijk is Anna Maria ook al woont ze voornamelijk in Nederland zeer bij de firma betrokken.
Naar Nederland
Als Maria in Nederland aankomt met haar drie zonen gaat zij wonen in Nijmegen, aan de Berg en Dalseweg.

In het archief van Nijmegen is terug te vinden dat Anna Maria vier maal Notaris Klaasen in Nijmegen heeft bezocht. Belangrijk in die stukken is dat zij de voogdij regelt voor haar drie zonen.
In 1891, 1893, 1897 en in 1898 vinden die bezoeken plaats.
- Notaris Klaassen 1891, akte 3145:
Op heden den zeventienden julij
achttien honderd een en negentig compa- compareerde = verscheen
reerde voor mij Jacobus Klaassen, notaris
in het arrondissement Arnhem, ter standplaats
de gemeente Nijmegen, in tegenwoordigheid
der beide nagenoemde getuigen:
Vrouwe Anna Maria Mikkers, we-
duwe van den heer Eduard Willem Dunlop,
zonder beroep, wonende te Nijmegen aan zonder beroep = huisvrouw
den Berg en Dalscheweg, aan mij notaris
bekend. dus mw Mikkers is bij de notaris bekend
Die verklaarde te benoemen tot voogd
over haar minderjarige kinderen geboren
uit haar gezegd huwelijk, die zij bij haar over-
lijden mocht nalaten, haren schoonbroeder
den heer Gerard Coenraad Bernard
Dunlop, makelaar te Amsterdam.
Waarvan acte in minute, gedaan en ver-
leden te Nijmegen ten kantore van mij notaris
op dato voorschreven in tegenwoordigheid
van Petrus Bernardus Janssen barbier en Jo-
hannes Antonius Janssen schoenmaker, beiden wo-
nende te Nijmegen, als getuigen.
En onmiddellijk na gedane voorlezing
heeft de vrouw comparante met de getui-
gen en mij notaris deze minuut ondertekend.
- Een minuut is de originele akte die bij de notaris onder zich houdt. De minuut werd voorheen in kleine letters geschreven: Minuta scriptura.
Als de betrokkene (hier de weduwe Dunlop) een afschrift van de minuut meekreeg, dan werd dat in grotere letters geschreven. Dat heette de Grosse.
2 .Notaris Klaassen 1893, akte 4050
Op heden, den vierden november achttien honderd
drie en negentig
compareerde voor mij Jacobus Klaassen, notaris
in het arrondissement Arnhem, ter standplaats de ge-
meente Nijmegen, in tegenwoordigheid der beide na-
genoemde getuigen
Vrouwe Anna Maria Mikkers, weduwe van den heer Edu-
ard Willem Dunlop, zonder beroep, wonende te Nijmegen, aan
mij notaris bekend
Die vooraf en buiten de tegenwoordigheid van de getuigen aan
mij notaris haren uitersten wil zakelijk heeft opgegeven naar
welke opgaaf een opstel is gereed gemaakt, dat ik in
de navolgende bewoordingen heb doen schrijven.
“Ik herroep en vernietig alle vroegere door mij gemaakte ui-
terste wilsbeschikkingen.
Ik legateer vrij van successierechten:
- aan mijne zuster Anna Geertruida Mikkers te Amsterdam
eene lijfrente groot driehonderd gulden ’s jaars, aan haar uit
te keeren in vier gelijke driemaandelijksche termijnen, in te gaan\
met den dag van mijn overlijden, zoodat het eerste trimester
zal verschijnen drie maanden na mijn dood. - aan Maria wilhelmina Mikkers, dochter van mijn broe-
der Johannes Cornelis Mikkers te Haarlem en aan Eduard
Willem van Oosterzee, zoon van Jan Matthieu Henri van
Oosterzee te Batavia, ieder duizend gulden. - Aan Maria Louise Dunlop, dochter van mijn zwager Ge-
rard Coenraad Bernard, makelaar te Amsterdam
de som van vijfhonderd gulden
Onder den last van die legaten benoem ik tot mijne eenige
erfgenamen mijne kinderen.
Ik benoem tot voogd over mijne kinderen uit mijn bovengemeld
huwelijk geboren en die bij mijn overlijden nog minderjarig moch-
ten zijn mijn behuwdbroeder, den heer Gerard Coenraad Ber-
nard Dunlop voornoemd.
Eindelijk benoem ik tot uitvoerder van mijn uitersten wil mijn Eindelijk =tenslotte
zwager Samuel Johannes Dunlop en bij diens overlijden of uitvoerder = executeur
andere ontstentenis, Jan Matthieu Henri van Oosterzee, beiden
te Batavia, hun verleenende de macht tot inbezitneming van
al de goederen mijner nalatenschap.
Alvorens dit opstel is voorgelezen heeft de testatrice haren uiter-
sten wil nader zakelijk aan mij notaris opgegeven, daarna is dat
opstel door mij aan haar voorgelezen en na die voorlezing is door
mij aan haar afgevraagd of het voorgelezene in duidelijke be-
woordingen haren uitersten wil bevat, op welke vraag door haar
bevestigend is geantwoord, zijnde die opgave, voorlezing, afvraging
en bevestiging geschied in tegenwoordigheid der nagenoemde ge-
tuigen.
Waarvan Acte in Minute gedaan en verleden te Nijmegen ten
kantore van mij notaris, op dato voorschreven in tegenwoordigheid
van Jacobus Wilhelmus Kalchoven candidaat-notaris
en Johannes Hendrikus Pluijm, notarisklerk, beiden wonende te
Nijmegen, als getuigen.
En onmiddellijk na gedane voorlezing heeft de comparante testa-
trice met de getuigen en mij notaris deze minute onderteekend.
- Een legaat is een bijzondere beschikking in een testament. De erfgenamen hebben de verplichting aan die legaten te voldoen
3. Notaris Klaassen 1897, akte 5267
Op heden den vierden Februari achttien honderd
zeven en negentig
compareerde voor mij Jacobus Klaassen, notaris
in het arrondissement Arnhem, ter standplaats de ge-
meente Nijmegen, in tegenwoordigheid der beide na-
genoemde getuigen,
Mevrouw Anna Maria Mikkers, zonder beroep
wonende te Nijmegen, weduwe van den heer Eduard
Willem Dunlop, aan mij notaris bekend,
Die aan mij notaris in tegenwoordigheid der beide
nagenoemde getuigen heeft aangeboden een verzegeld
stuk, toegemaakt met vijf afdrukken van een zegel in
rood lak, verklarende de comparante dat deze afdruk
ken waren van haar gewoon cachet cachet = zegelstempel
Welk stuk de comparante verklaarde haren olografi-
schen uitersten wil te bevatten, door haar eigenhan-
dig geschreven en onderteekend, op den omslag waar-
van zij comparante in tegenwoordigheid der beide na-
genoemde getuigen en mij notaris, geschreven heeft,
dat hetzelve haren uitersten wil bevat en dit geschre
vene door haren handteekening heeft bekrachtigd.
En verzocht de comparante dat gemeld stuk door
mij notaris mocht worden overgenomen om onder mij-
ne minuten te worden bewaard, te welken einde ge-
meld stuk door mij notaris is overgenomen.
Waarvan Akte in Minuut, gedaan en verleden
te Nijmegen op dato voorschreven in tegenwoordig-
heid van Pieter van Eijk, candidaat-notaris en Jo-
hannes Hendrikus Pluijm, notarisklerk, beiden
wonende te Nijmegen, als getuigen.
Onmiddellijk na gedane voorlezing is deze acte
door de comparante, de getuigen en mij notaris on-
derteekend.
- Een (h)olografisch testament is een zelfgeschreven testament dat, of uiterste wil die, niet ten overstaan van de notaris werd opgemaakt, maar wel bij hem is gedeponeerd.
4. Notaris klaassen 1898, akte 5258
Op heden den negen en twintigsten juni achttien
honderd acht en negentig
compareerde voor mij Jacobus Klaassen, notaris
in het arrondissement Arnhem, ter standplaats de ge-
meente Nijmegen, in tegenwoordigheid der beide na-
genoemde getuigen
Vrouwe Anna Maria Mikkers, zonder beroep, wonende te
Nijmegen, weduwe van den heer Eduard Willem
Dunlop, aan mij notaris bekend
Die van mij notaris terugverlangde haren gesloten olo-
grafischen uitersten wil aan mij notaris in bewaring
gegeven blijkens daarvan door mij opgemaakte acte den
vierden Februari achttien honderd zeven en negentig
onder mijne minuten berustende, aan welk verlan-
gen door mij onmiddellijk is voldaan verklarende
de comparante dien uitersten wil van mij notaris
in geheel ongeschonden toestand te hebben terug ont-
vangen en mij te dien zake volkomen te dechargeren.
waarvan acte in minuut gedaan en verleden te Nijmegen
op dato voorschrevven in tegenwoordigheid van
Peter van Eijk candidaat-notaris wonende te Nijmegen
en Willem Leonard Welter, zonder beroep, wonende
te Hees als getuigen.
Onmiddellijk na gedane verklaring is deze acte door de
comparante, de getuigen en mij notaris onderteekend.
De zonen van Maria, Eduard , Samuel en Abram gaan in Nijmegen naar het gymnasium en de H.B.S. In 1894 gaat Eduard naar de eerste klas, in 1890 staat te lezen dat Abram wordt toegelaten tot de tweede klas van de H.B.S.
In de Provinciale Geldersche en Nijmeegsche courant van 17-07-1897 is te lezen dat Eduard Willem de graad van Prévot op den degen heeft gekregen. Hij is lid van de Nijmeegsche Exercitie- ,Schiet- en Schemrvereniging Mars in Nijmegen.

In de negentiger jaren van de negentiende eeuw is in Nederland de Toynbee beweging in opkomst. Arnold Toynbee was een Brits economisch historicus met een groot sociaal gevoel. Hij wilde graag het levenspeil van arbeiders verhogen en verheffen. Zijn idee was om dat te bewerkstelligen met hulp van mensen uit de midden- en hogere klasse. In Engeland werden ‘volkshuizen’ opgericht. Ook in Nederland nam het Toynbeewerk een vlucht. In allerlei steden werden Toynbee verenigingen opgericht. In 1894 was dat ook het geval in Nijmegen. In het jaarverslag dat na het eerste verenigingsjaar verscheen werd de hoop uitgesproken dat ook het tweede verenigingsjaar succesvol zou zijn. Men was ervan overtuigd dat vriendschappelijke banden tussen lagere en hogere standen niet anders dan tot waardering zou kunnen leiden. Maria Dunlop-Mikkers werkte ook mee aan de Toynbee vereniging en werd als bestuurslid gekozen.
Het Toynbee werk is een aantal jaren heel succesvol geweest en kan als de voorloper gezien worden van het sociaal maatschappelijke en cultureel werk in Nederland.
In 1895 verhuisd Maria van de Berg en Dalseweg in Nijmegen naar de Oranjesingel 4, óók in Nijmegen.

Het huis op de Berg en Dalseweg bestaat niet meer.
Op 24-07-1898 staat het volgende berichtje in de Provinciale Geldersche en Nijmeegsche courant:
Dit omdat Maria toen met haar kinderen naar ‘Gravenhage verhuisde.
Februari 1902 gaan Eduard en Samuel samen per schip naar Batavia. Eduard is dan 21 jaar en Samuel 19 jaar. Abram blijft voorlopig nog bij zijn moeder. Maria en Abram gaan in Amsterdam wonen en Abram bezoekt daar de openbare Handelsschool.
Eduard gaat na aankomst in Indië als beginnend medewerken bij de firma E. Dunlop & Co werken.
Maart daaropvolgend vertrekt de heer Adèr uit Indië. Hij heeft sinds de plotselinge dood van Eduard Willem Dunlop, overleden echtgenoot van Maria, de zaak E. Dunlop & Co met vakkundige hand geleid.
Januari 1903 treden Johann Rudolf Mikkers, de oudste neef van Maria, hij is de oudste zoon van Johan Cornelis Mikkers, oudste broer van Maria, en A.J. Huber als mede-vennooten bij de firma.
Juli 1904, de verloving van Eduard Willem met Helena Carolina Buurman van Vreeden wordt aangekondigd in de krant. Januari daarop volgend, 1905 scheept jongste broer Gustaaf Abram zich in in Genua en vaart met het s.s. Koning Willem I naar Singapore. Hij is op dat moment 18 jaar. In datzelfde jaar een nieuw drama in het leven van Anna Maria. Middelste zoon Samuel Johannes Cornelis overlijdt op 22 jarige leeftijd. Hij is ernstig ziek en ligt in het sanatorium Dennenoord in Doorn waar hij ook overleden is.
November van datzelfde jaar schepen Maria Dunlop-Mikkers en haar aanstaande schoondochter zich in Genua in om naar Batavia te reizen. Ze varen met het s.s. Oranje.
Natuurlijk zijn Maria en Helena Carolina op tijd voor het huwelijk van oudste zoon en aanstaande echtgenoot Eduard Willem.
Dat huwelijk vind plaats op 19 februari 1906.
Over Helena Carolina Dunlop-Buurman van Vreeden heb ik een blog geschreven:
Mijn oma Helena Carolina Dunlop-Buurman van Vreeden
Datzelfde jaar wordt Maria’s eerste kleinzoon geboren, op 14 december komt Eduard Willem III op de wereld.
Aan het einde van diezelfde maand overlijdt de vader van Helena Carolina in Den Haag, Willem Buurman van Vreeden. Hij was tot 1900 Hoofdinspecteur van het Boschweezen op Java. Helena Carolina is niet aanwezig bij de begrafenis van haar vader.
Maria is niet aanwezig bij de begrafenis van Johannes Cornelis, haar oudste broer, hij overlijdt in oktober 1908 in Haarlem, hij was daar zijn hele leven ambtenaar bij de griffie van Noord Holland.
Wel is Maria nog in Indië als haar tweede kleinzoon wordt geboren in Batavia, een kerstkind, op 25-12-1908. Samuel Johannes Cornelis is zijn naam en in 1947 zal hij mijn vader worden.
Mei 1910 gaan zoon Eduard, schoondochter Helena met haar kinderen en een zus van Helena, Carolina Daniella Christina Buurman van Vreeden naar Semarang waar Eduard en Helena wonen, Maria vertrekt weer naar Nederland. Oktober 1910 vertrekt ook Johann Rudolf Mikkers naar Nederland voor een verlofperiode.
In 1910 wordt jongste zoon Gustaaf Abram in Singapore procuratiehouder bij de
Nederlandsh-Indische Handelsbank. Hij verblijft al sinds enkele jaren in Singapore en zal in de loop der tijd een glanzende carrière bij deze bank doorlopen.
Nadat Maria weer terug is gaat zij in Den haag wonen. In 1907 heeft zij een perceel gekocht aan het Prins Mauritsplein 10 en op die plek is een huis waar ze in 1910 is gaan wonen.

In 1911 wordt Abram overgeplaatst naar Semarang, alwaar hij ook procuratiehouder wordt bij de Nederlandsch Indische Handelsbank aldaar. Eind 1911 gaat Abram met het s.s. Rembrandt van Batavia naar Amsterdam.
In 1913 werkt Johan Rudolf Mikkers 25 jaar bij E. Dunlop & Co. Er wordt een groot feest georganiseerd.
In 1914 vertrekt Johann Rudolf voorgoed naar Nederland. Hij heeft 26 jaar in Indië gewerkt, is op dat moment 44 jaar en gaat op het Amsterdams kantoor van E. Dunlop & Co de verkoop in Nederland regelen. Hij gaat in 1920 nog één keer voor een half jaar terug naar Indië. In 1921 wordt hij ernstig ziek. In februari 1922 overlijdt hij in Amsterdam , nadat hij nog enige tijd in Davos is geweest en wordt daar op de Oosterbegraafplaats begraven.
Maria’s oudste zus verhuist in1915 van Haarlem naar Den Haag en komt dus dicht in de buurt van haar jongste zus wonen.
In 1920 verhuist Maria naar Velp, ze gaat daar wonen op de Prins Hendriklaan 6.

In 1920 wordt een bouwvergunning aangevraagd voor een vergroting van de kamer.
In 1924 wordt een vergunning aangevraagd om een schoorsteen aan te mogen leggen.
In 1926 wordt een vergunning aangevraagd voor een algehele verbouwing van het woonhuis.
Anna Geertuida Mikkers, oudste zus van Maria is niet meeverhuisd naar Velp. In 1925 overlijdt ze. Ze is dan 83 jaar.
Anna Maria Dunlop-Mikkers in 1931.
Op 26 oktober 1937 overlijdt Anna Maria Dunlop geb. Mikkers. Op dat moment woont ze in Flat ‘Willemspark’ . Zeestraat 73. ’s Gravenhage.