Inleiding.
Dit blog zal gaan over twee van mijn betovergrootmoeders. Beide komen van de kant van mijn vader en waren dus zijn overgrootmoeders. De een was de grootmoeder van zijn vader. Haar naam is Margaretha Petronella Jacoba Suringar. Zij is in 1838 op 20 jarige leeftijd in Leeuwarden getrouwd met Samuel Dunlop en zij kregen 13 kinderen. Nummer 10 van die kinderen was Eduard Willem Dunlop, de grootvader van mijn vader. Deze grootvader heeft mijn vader niet gekend. Hij overleed in 1890 en was toen 37 jaar.
De ander was de overgrootmoeder van mijn vaders moeder. Haar naam was Helena Dammigh. In 1840 is zij op 26 jarige leeftijd in Amsterdam getrouwd met Carl Daniel Christian Schlutow en zij kregen 7 kinderen. Het vierde kind, Helena Carolina Schlutow was de grootmoeder van mijn vader. Deze grootmoeder overleed in 1926 toen mijn vader 18 jaar was.
Leeshulp
Het wemelt in dit blog van de namen. Om dit blog een beetje makkelijker leesbaar te maken heb ik 2 leeshulpen gemaakt:
Beide in Leeuwarden geboren. 1814 – 1818.
Waarom deze twee betovergootmoeders uitgezocht? Deze beide voorouders zijn van dezelfde generatie en zijn toevalligerwijs allebei in Leeuwarden geboren.
Margaretha Petronella Jacoba Suringar in 1818 en Helena Dammigh in 1814. Dat viel mij op bij het ordenen van allerlei info die ik in de loop der tijd heb verzameld en het bracht mij op het idee om eens te kijken of ik zou kunnen vinden of zij elkaar misschien wel eens ontmoet zouden kunnen hebben in de tijd dat zij in Leeuwarden woonden.
Mijn naamgeefster.
Er was nog een andere reden voor mij om met name Helena Dammigh eens wat nader te onderzoeken. Uiteindelijk is zij de bron voor mijn eigen naamgeving. Ik heet Helena Lefferdina. Deze combinatie is door mijn ouders gekozen omdat ze mij naar mijn beide grootmoeders wilden noemen. Helena Carolina was de moeder van mijn vader, Lefferdina was de moeder van mijn moeder. Helena Dammigh noemde een van haar dochters Helena Carolina en diezelfde naam gaf Helena Carolina Schlutow door aan één van haar dochters, mijn grootmoeder, die dus óók Helena Carolina heette.
Helena Dammigh en haar vader Gerardus Henricus Dammigh
Helena Dammigh werd in 1814 geboren. Zij was het derde kind en de tweede dochter van Gerhardus Henricus Dammigh en Jaantje van Beemen. Vader Gerhardus Henricus staat op de geboorteakte van Helena genoemd als schachtmaker. Als Helena geboren wordt is hij 24 jaar. Zij wonen in Wijk P no. 45 in Leeuwarden. Twee getuigen tekenen de geboorteakte mee. 1. Anne Tijmens, 24 jaar, van beroep Loyer. Hij woont ook in Leeuwarden net als 2. Johannes Lubach, ook 24 jaar en ook Loyer en afkomstig uit Leeuwarden.
Gerhardus en Jaantje trouwden heel jong, hij was 21 jaar en zij 18 jaar, het was op 4 augustus 1811 in Leeuwarden. Meteen na 9 maanden, op 25 april 1812, kregen zij hun eerste dochter die ze de naam Ludea gaven. Dertien maanden later, op 9 oktober 1813 werd hun tweede kind geboren, een zoon, hij werd Johannes Matteus genoemd. Helaas, dit jongetje leefde maar heel kort, acht weken later, op 9 december 1813 overleed hij.
Een jaar later, op 9 december 1814 wordt Helena geboren in Leeuwarden.

17 december 1816 wordt het laatste kind geboren in de periode dat ze in Amsterdam wonen, een zoon. Hij krijgt dezelfde naam als het eerst jongetje, Johannes Matheus. Op deze geboorteakte wordt als beroep van Gerhardus Henrikus het beroep laarsenschachtenmaker gegeven. Het adres waar het echtpaar woont is: Eglantiersgragt 151; kantoor 5 (althans, dat is wat ik eruit haal). De mededeling daarbij is: zijnde het kind aldaar geboren. Twee getuigen staan op de geboorteakte genoemd. 1. Christiaan Bierweiler, 32 jaar oud en woonachtig op Binnenkant 52. Hij is graveur van beroep. 2. Jan Groeneman, 60 jaar oud en zonder beroep. Hij woont in de buurt op de Eglantiersgragt 159.
Middelburg.
Het volgende bericht dat ik op internet vind komt uit 1819. De vader van Helena, Gerhardus Henricus Dammigh wordt beëdigd als vertaler Duits-Nederlands en vice versa. Dit gebeurt in Middelburg, dus ik ga ervan uit dat het gezin ondertussen naar die plaats verhuisd is.

Waar zij dan wonen is helaas niet te achterhalen. In Middelburg is in 1940 een beschieting geweest. Daarbij zijn delen van het bevolkingsregister verloren gegaan.
In de kranten van 1826 kom ik enkele mededelingen tegen over de vader van Helena Dammigh. Helena is dan 12 jaar oud. In de krant van 5 januari 1826 staat Gerhardus Henricus als executeur onder een advertentie van het overlijden van Ferdinand Spohn.
Dat is een gepensioneerde luitenant, die op dat moment 74 jaar is, maar, zoals uit de advertentie blijkt nog minderjarige kinderen heeft. Op de overlijdensakte staat dat Gerhardus dit overlijden heeft aangegeven samen met Nicolaas François de Paus, die ook in Middelburg woont. In deze aangifte wordt het beroep van Gerhardus Henricus translateur genoemd. In een advertentie in de krant van 24 januari roept hij iedereen die nog iets te vorderen heeft van deze Ferdinand Spohn op dat bij hem vóór 1 februari te melden. In 1833 staat in de Nederlandsche Staatscourant dat G.H.Dammigh uit Middelburg is benoemd door zijne majesteit de Koning tot officier van de Landstorm in Zeeland. Hij wordt dan 2de luitenant in het 2de batallion.
Weer even terug naar 1826, in het Zeeuws archief is een mededeling te vinden waarin Gerhardus Henricus een huis koopt in Middelburg. Het huis heet ‘de roode Pelikaan’ en staat aan het Vlissingsch Wagenplein no P 228. De notaris die bij de koop betrokken is heet Alexander Michiel Sifflé. Zoals gezegd, dochter Helena is op dat moment 12 jaar en verhuist natuurlijk mee.
Op Google, die vele, vele boeken heeft gekopieerd, die vrijelijk gelezen en gebruikt mogen worden kom ik het volgende boek tegen: ‘Middelburgsche naamwijzer waarbij zijn gevoegd distantie-tafelen der steden en plaatsen in het ressort van Zeeland: Volume 8’. In dit boek kom ik Gerardus Henricus tegen die in dienst van de ‘Regtbank van Middelburg’ als beëdigd vertaler.
In november 1833 koopt Gerhardus weer een object. Het bestaat uit een speelhof en erve met huizing en stal en verder toebehoren. Het is te vinden aan de Sleperscinger Q 176.
4 januari 1834 staat deze advertentie in de Middelburgsche courant:
en in de krant van 2 augustus 1834 is een dergelijke advertentie te vinden:
Wat de uitdrukking ‘die met de pot kan omgaan’ precies betekent heb ik niet kunnen achterhalen. Ik ga ervan uit dat het iets te maken heeft met de kookkunsten van de gevraagde persoon. Het adres van mejuffrouw Dammigh is anders dan het adres van het object dan Gerardus in 1833 kocht.
November 1834 is er weer een notariële akte te vinden in het Zeeuws archief. Gerhardus koopt dan alleen grond, waarop 2 huizen hebben gestaan. Het adres van dit perceel is Schouwvagercingel Q 69. Heeft hij daar iets mee gedaan? Ik heb het niet kunnen vinden.
Ik vond nog een archiefstuk uit november 1834. Het gaat om een dienstbode met de naam Amalia Goeree. Zij komt uit Goes. Amalia is opgenomen in het boek met de titel ‘Naamlijst van al de geälimenteerden onder het opzicht en administratie der directie van het Gesticht no.1 (Gasthuis) te Middelburg’. Amalia Groet is van 23 – 25 november 1834 met roodvonk in het gasthuis opgenomen. Zij is 22 jaar en haar beroep is diensbode. Zij is in het Gasthuis geplaatst voor rekening van Gerardus Henricus Dammigh.
Ik ga er vanuit dat dit de dienstmeid is die naar aanleiding van de 2 advertenties die eerder dat jaar geplaatst werden bij de familie Dammigh is aangenomen. Zij is dus in november ziek geworden, roodvonk, wat volgens mij, zeker in die tijd, een behoorlijk heftige ziekte was. In de naamlijst zijn de namen van de patiënten vanaf het jaar 1818 opgenomen. Er zijn meerdere kolommen in het boek te vinden. Één van die kolommen geeft dus aan voor wiens rekening de patiënt in het gasthuis is opgenomen. Daar staat regelmatig dat de Armenzorg de rekening zal betalen, maar in het geval van Amalia Goerée wordt dus Gerardus Henricus genoemd.
Helena Dammigh en Carl Daniel Christian Schlutow
Op 10 maart 1840 vindt het huwelijk plaats tussen Helena Dammigh, tweede dochter van Gerhardus Henricus Dammigh en Jaantje van Beemen, met Carl Daniel Christian Schlutow.
Greifswald in Pruisen.
Carl Daniel Christian Schlutow komt uit Greifswald. Hij is daar in 1814 geboren. Greifswald is op dat moment onderdeel van Pruisen. Greifswald ligt aan de Oostzee en was één van de Hanzesteden. In de tijd van Carl Schlutow is de scheepvaart nog steeds heel erg belangrijk. Carl Daniel Christian is ten tijde van zijn huwelijk koopvaardijkapitein. Als Helena en Cart trouwen zijn ze 26 en 25 jaar oud.
Het huwelijk vind plaats in Amsterdam. In de akte staat dat Helena en haar ouders op dat moment allemaal in Amsterdam woonachtig zijn. Het beroep van Gerardus Henricus in deze akte wordt aangeduid als leerloyer.
Een deel van de tekst van de huwelijksakte is moeilijk te lezen. Maar wel te lezen is dat Carl Daniel Schlutow voor het sluiten van het huwelijk onder ede moet verklaren dat hij 26 jaar geleden in Greifswald is geboren. Hij kan geen Doop- of Geboorteakte
overleggen. Zijn ouders Johann Heinrich Schlutow en Elisabeth Hoffmann zijn niet aanwezig bij deze huwelijkssluiting. Leuk om te vermelden is het volgende: juni 2019 was ik in Greifswald. Ik kwam daar aan na een fietstocht van een week of 3 langs de kust van de Oostzee. Ik heb toen een bezoek gebracht aan het stadsarchief van Greifswald. Een doop- of geboorteakte kon ik daar niet vinden, wel vond de archivaris een inschrijving in het stadsregister van 1836 van Carl Daniel Christian Schlutow. Waarschijnlijk werd iemand in het stadsregister opgenomen als hij zich officieel als iemand met een beroep vestigde. Ik ga er vanuit dat Carl in 1836 schipper werd. In het register werd opgenomen hoe oud men op dat moment was en waar men geboren was. Carl was 22 toen hij daar ingeschreven werd en in Greifswald geboren. zijn geboortejaar was dus inderdaad 1814.
Hieronder een paar foto’s die ik maakte tijdens mijn verblijf in Greifswald in 2019:
In april 1840, ongeveer een maand nadat Helena getrouwd is, trouwt Helena’s oudste zus Ludea Met Willem de Grebber, een boekverkoper uit Amsterdam
Dus ergens tussen 1834 en 1841 is de familie Dammigh verhuisd vanuit Middelburg naar Amsterdam. Helaas heb ik daar geen stukken van gevonden. Wèl heb ik diverse uitgaven gevonden waarin Gerardus Henricus Dammigh genoemd wordt.
ik heb hierboven al melding gemaakt van de Middelburgsche naamwijzer , die te maken heeft met het Gerechtshof in Middelburg waar hij als beëdigd vertaler optrad.
In 1835 is G.H. Dammigh lid van het Kolf-gezelschap in Middelburg. Achter zijn naam is wel opgenomen dat hij in 1837 heeft bedankt voor het lidmaatschap, een
aanwijzing dat hij toen misschien uit Middelburg vertrokken is.
Helena en Carl.
Hoe Helena Dammigh en Carl Daniel Christian Schlutow elkaar hebben leren kennen is niet duidelijk, maar dat de vader van Helena, Gerardus Henricus Dammigh daar een prominente rol in heeft gespeeld is iets wat zeker valt aan te nemen.
In 1836 is Carl in Greifswald schipper geworden. In Nederlandse kranten zijn scheepstijdingen en scheepsvrachtlijsten te vinden waarin hij genoemd wordt als schipper. Januari 1841 gaat Gerardus Dammigh naar Greifswald. Hij wordt dan genoemd als ‘angekommene Fremde’ in het krantje van Greifswald. Ook Carl Schlutow is dan weer even in Greifswald en wordt daarin aangeduid als herr Schiffs-kapitän. In mei 1841 gaan G.H. Dammigh en C.D.C. Schlutow een vennootschap aan. De vennootschap behelst buitenlandse commissiehandel.
13 november 1841 wordt het eerste kind van Helena en Carl geboren. Een dochtertje, ze krijgt de naam Jeannetta Eliza Gerardina. Ze wonen dan nog in Amsterdam. Twee jaar later, 13 december 1843 weer een dochterje, Elise Ludia Sophie. Ondertussen is de vennootschap tussen vader Dammigh en schoonzoon Schlutow weer ontbonden. Zeven augustus 1845 wordt her derde dochtertje geboren, Ludia Amelia Johanna. Dit meisje leeft maar twee jaar, ze overlijdt mei 1847.
25 december 1847 een vierde dochtertje, Helena Carolina. Getuige bij deze aangifte is Gerardus Henricus Dammigh. Vader van Helena.
Zij wordt later mijn overgrootmoeder. In 1881 trouwt zij met Willem Buurman (van Vreeden). Zij krijgen vier kinderen waarvan mijn oma Dunlop-Buurman van Vreeden er één is en zij is de moeder van mijn vader. Over Willem Buurman van Vreeden heb ik een drietal blogs geschreven.
Van Koningsschool in Apeldoorn tot Laan van Meerdervoort in ’s-Gravenhage. Het levensverhaal van mijn overgrootvader Willem Buurman (van Vreeden) in foto’s en verhalen.
Ná Helena Carolina komen er nog drie kinderen ter wereld. In september 1850 is dat Carl Wilhelm Heinrich, Zijn geboorteplaats is Den Helder, daar is het gezin inmiddels naartoe verhuist. Hij leeft maar acht weken. December van hetzelfde jaar overlijdt hij.
April 1854 komt in Antwerpen Ludia Wilhelmina ter wereld. Zij leeft ook maar heel kort, op de laatste dag van hetzelfde jaar overlijdt zij. En tenslotte, in 1855 komt als laatste kind Gerardina Henrica in Antwerpen ter wereld. Zij wordt rond 1923 tot Nederlandse genaturaliseerd. Zij zal, als haar zus Helena Carolina in Nederlands-Indië woont haar daar vaak bezoeken en als kindermeisje voor haar 4 kinderen optreden.
In 1863 overlijdt Helena Schlutow, geb. Dammigh in Antwerpen. Zij is dan 48 jaar en haar jongste kind is acht jaar. Juni 1864 overlijdt Carl Daniel Christian Schlutow in Antwerpen, hij is 50 jaar. De ouders van Helena leven op dat moment nog. Gerardus Henricus overlijdt september 1872, 82 jaar oud, moeder Jaantje van Beemen overlijdt maart 1883. Zij woont op dat moment in Weidum in Friesland en is 90 jaar oud.
Dit is het verhaal over Helena Dammigh, die in 1815 in Leeuwarden werd geboren, dat ik wilde vertellen. Zij is mijn betovergrootmoeder via de lijn van mijn oma Helena Carolina Dunlop-Buurman van Vreeden, de moeder van mijn vader.
Margaretha Petronella Jacoba Suringar
Haar echtgenoot Eduard Willem Dunlop had een overgrootmoeder die óók in Leeuwarden werd geboren, in 1818. Haar naam is Margaretha Petronella Suringar. Zij is dus mijn betovergrootmoeder via de lijn opa Dunlop, de vader van mijn vader.
Ik beschreef haar al even heel kort bij de aanvang van dit blog.
Over haar vader Willem Hendrik Suringar heb ik óók een blog geschreven, waarin ook Margaretha kort aan bod komt. Een verhaal over Willem Hendrik Suringar en zijn dochter Margaretha Petronella Jacoba Dunlop-Suringar.
Over Margaretha heb ik tot nu toe verder niet veel meer kunnen vinden dan ook in het blog over haar vader Willem Hendrik Suringar beschreven staat.
Zij was getrouwd met Samuel Dunlop, ook over hem wil ik mettertijd een blog schrijven.
Daarvoor ga ik het stadsarchief van Rotterdam bezoeken. Tegen de tijd dat ik daar geweest ben en info over deze Samuel heb gevonden zou het kunnen zijn dat ik dan ook over zijn vrouw Margaretha Petronella Jacoba meer kan vertellen.
Tenslotte
Tenslotte: De vraag die ik mijzelf stelde in het begin van dit blog. Hebben deze twee betovergrootmoeders elkaar gekend in de tijd dat ze net geboren waren kan gevoegelijk met ‘nee’ beantwoord worden. Helena Dammigh heeft Leeuwarden al héél jong verlaten en is daar niet meer teruggekomen.
N.B. In het blog komt iets over de kolf-sport voor. Op YouTube zijn filmpjes te vinden over deze sport, die al sinds de 17e eeuw in Nederland bedreven wordt en die tegenwoordig ook nog bestaat: