Ons motto… al bijna 30 jaar lang:
Alleen met z’n tweeën…. samen alleen!
De krenten in de pap van onze bijna dertig jarige relatie waren natuurlijk al die vakanties en uitstapjes die in de eerste twee delen beschreven zijn. Maar….. er speelde en speelt natuurlijk nog veel meer. Er zijn vele thema’s en onderwerpen die de aandacht verdienen, die een relatie kleuren, met vrolijke kleuren of, dat kan zo nu en dan zomaar gebeuren met meer grijzige of zelfs zwartige tinten.
Daar gaat dit laatste hoofdstuk in dit blog over.
Eerst maar eens beginnen met een overzichtje van die verschillende thema’s die belangrijk waren en zijn voor ons beiden
- De honden…. een groot en belangrijk thema voor ons allebei
- Kinderen en kleinkinderen en andere familie
- Vriendinnen en vrienden in ons leven
- De clubs en clubjes waar Francien en ik bij betrokken waren
- De studies waaraan wij begonnen
- Het vrijwilligerswerk van ons beide
- Muziek maken én luisteren
Het lijkt erop dat nu zo ongeveer een bijna dertig jarige relatie uitputtend is bekeken en beschreven.
Natuurlijk…. dat is niet zo, maar wat mij betreft uitputtend genoeg…
Op naar de 40 jaar!
DE HONDEN.
Toen wij elkaar leerden kennen en niet lang daarna een relatie met elkaar aangingen had Francien twee honden, Charlotje, een toen al aardig op leeftijd zijnde Basset fauve de Bretagne en een jonge Shiba inu, die Shiki heette. Heldine had ook een hond, nog niet zo lang en die kwam uit het asiel van Escharen in de buurt van Grave. Die hond had de naam Dido en was een mix. Ze had veel van een zwarte labrador en er zat ook bijvoorbeeld een scheut Duitse staander in.
Dat waren ook de drie honden die meeverhuisden naar ons gezamenlijk adres in Hatert. Na deze drie honden kregen we Soleil, Luna, Marre, Soera en Baya. Dus al met al hadden wij samen acht honden onder onze hoede.
Overigens hadden wij op het moment van verhuizing óók nog een poes, Sita heette ze. Ook zij was al aardig op leeftijd en had al meer dan 10 jaar in het maisonette gewoond, samen met andere poezen en dus al korte tijd met Dido. Daar in dat maisonette hadden Sita en Dido niet veel met elkaar. Sita verhuisde mee en leefde de laatste paar jaar daar in Hatert nog een spannend buitenleven.
De honden, dat mag je rustig zeggen zijn een van de belangrijkste gezamenlijke interesses en liefhebberijen die wij hebben. Bij de start van onze relatie bleek dat wij op de dezelfde hondenclub zaten, waar we gehoorzaamheidscursussen deden, namelijk die van de dierenbescherming in het Heumensoord.
Over honden en dieren in mijn leven heb ik in verschillende blogs al verhalen geschreven, hieronder de links:
KINDEREN, KLEINKINDEREN EN ANDERE FAMILIE.
Toen ik Francien leerde kennen waren haar kinderen, een tweeling, een meisje en een jongen, 29 jaar, dus al ruim volwassen. Partners hadden de kinderen wel, kinderen nog niet. Dat gebeurde enige jaren later. Allebei de kinderen kregen ieder óók twee kinderen.
Dochter Ditte en haar vriend Maurice kregen dochter Fibi en zoon Kimo. Zoon Elger en zijn vrouw Astrid kregen dochter Isa en dochter Fiena.
Natuurlijk speelden de kinderen en kleinkinderen een rol in het leven van Francien.
Voor mij gold dat minder, al vond en vind ik het heel erg leuk om betrokken te zijn bij het ‘oma-schap’ van Francien. De feestdagen werden vaak gevierd met kinderen en kleinkinderen. Bij die feestjes ontmoette ik natuurlijk ook regelmatig Elion en zijn vriendin Annie. Elion is de ex-echtgenoot van Francien, waar ze een hele hechte en goede band mee heeft. De kleinkinderen kwamen ook regelmatig logeren. Vooral kleinzoon Kimo kwam vaak in de schoolvakanties een paar dagen langs.
Andere familie, bijvoorbeeld mijn broers en zus, neven en nichten enz. speelden in ons gezamenlijk leven natuurlijk ook een rol.
Wat mijn broers en zus betreft is het in dit verband leuk om te vertellen over de Broers & Zussen weekenden, die na het overlijden van mijn moeder zijn begonnen.
Mijn moeder overleed in 2005. Al vrij snel na haar dood hebben wij, 3 broers, 1 zus en ik, besloten om één maal per jaar een weekend te organiseren, waarin wij elkaar, samen met onze partners zouden ontmoeten. Samen maakten dat dus 10 personen.
We spraken af dat het jaarlijkse weekend rond de verjaardag van mijn moeder (24 oktober) georganiseerd zou worden. Ook spraken we af dat er getracht zou worden bestemmingen uit te zoeken die ‘iets’ met de familie te maken zouden hebben.
Tot nu toe zijn er 15 B & Z weekenden, die ook wel eens iets langer werden of op andere dagen werden gehouden, gepasseerd zijn. Éénmaal werd er in een bepaald jaar géén B & Z weekend gehouden in verband met ziekte van één van de broers, het volgende jaar werd er tweemaal zo’n weekend georaniseerd en éénmaal kon het weekend niet doorgaan in verband met coronaperikelen.
Het is in mijn planning om een apart blog te wijden aan de Broers & Zussen weekenden, dus in dit verhaal laat ik het hierbij en zet in een later stadium de link van dat blog hierbij.
Foto’s kinderen, kleinkinderen en andere familie:
VRIENDINNEN EN VRIENDEN IN ONS LEVEN.
Familie, kinderen, kleinkinderen, niet uitgezocht wèl heel belangrijk.
Een andere categorie mensen in ons leven zijn natuurlijk de vriendinnen en de vrienden. Toen wij elkaar leerden kennen hadden wij natuurlijk daar al de nodige exemplaren van. Ieder onze eigen en in de loop van de bijna 30 jaar kwamen daar gezamenlijke vriendinnen en vrienden bij of werden degenen die al in een eerder stadium bij één van de twee hoorden óók gezamenlijk.
Er zijn mensen bij van de diverse clubjes, er zijn mensen die wij leerden kennen via ons huis in Frankrijk enz.
FOTO’S VRIENDINNEN EN VRIENDEN
FOTO’S VERJAARDAGEN
DE CLUBS EN CLUBJES WAAR FRANCIEN EN IK IN BIJNA 30 JAAR BIJ BETROKKEN WAREN
Ons eerste gezamenlijk club was natuurlijk de wandelclub voor vrouwen. Dat is de club waar het eigenlijk allemaal begonnen is. Deze geschiedenis wordt uitgebreid uit de doeken gedaan in het eerste deel van deze verhalenserie over ons 30 jarig samenzijn.
De wandeling die de club organiseerde, in eerste instantie heette de club gewoon wandelclub voor vrouwen, na niet al te lange tijd werd de naam veranderd in Second Sunday en die naam koos ik uiteraard omdat de wandeling altijd plaatsvond op de tweede zondag van de maand, ging altijd door. Of het nu het prachtigste weer van de wereld was, regen, storm of wat voor weertype ook, het ging altijd door, wat wel eens inhield dat Francien en ik de enige twee deelneemsters waren.
Één van de belangrijkste regels van Second Sunday was dat honden altijd mee mochten met de wandeling. Als er vrouwen waren, die niet zo van honden hielden dan was het niet handig als ze meeliepen, want honden zouden we nooit thuislaten.
Ik leidde de club 10 jaar, dus tot 2003, toen werd de organisatie door andere vrouwen overgenomen.
Toen we nog niet zo lang in ons huis aan de van Bronckhorstdreef woonden kwam er daar bij ons thuis een groepje vrouwen waarmee wij samen muziek maakten. Francien speelde en speelt hobo en ik speelde blokfluit. Daar ben ik op een gegeven moment mee gestopt en doe ik eigenlijk nooit meer. Wie weet komt het er nog eens van. Allerlei andere instrumenten deden ook mee. Piano, dwarsfluit, violen, cello.
Daar zijn we op een moment weer mee opgehouden. Ook Francien en ik hebben heel soms nog wel eens samengespeeld. Hobo en blokfluit én hobo en accordeon, want ook een accordeon heb ik ooit nog eens aangeschaft.
Muziek is naast allerlei andere zaken, zoals bijvoorbeeld honden, ook een belangrijk gezamenlijk item voor ons samenzijn.
Zoals ik hierboven al even aangaf door het spelen van een instrument en voor Francien komt daar ook nog de stem bij, want zij zit al jaren in een koor, maar ook en dat geldt meer voor Heldine dan voor Francien door het willen luisteren naar muziek, door het willen kijken naar muziek. Concerten, festivals, You Tube, playlists, vroeger CD en nóg vroeger LP. Vele, vele heb ik er grijsgedraaid, concerten bezocht, hele opera’s op You Tube bekeken en ik hoop dat nog heel lang en veelvuldig te doen.
In 2001 richtte ik met enkele andere vrouwen een nieuwe club op. Die kreeg de naam THUISSALON.
De Thuissalon werd éénmaal per maand georganiseerd bij één van de deelneemsters thuis. Het ging natuurlijk in de eerste plaats om gezelligheid en daarnaast was het de bedoeling dat er een licht cultureel, muzikaal of ander tintje aan de avond werd gegeven.
in 2013 hield de Thuissalon op te bestaan.
2007 begon ik met de organisatie van het THUISFILMHUIS.
Deze club kwam en komt zo rond de 5 á 6 keer per seizoen bij elkaar. Vanaf de start bestond de groep uit 10 vrouwen. Op een zondagmiddag start het programma om 3 uur, meestal bij ons thuis op de van Bronckhorstdreef. Als voorbereidning heb ik de taken verdeeld voor ‘de innerlijke mens’. Iedereen maakt wat klaar. Voor bij de koffie, voor bij de borrel, voor de hoofdmaaltijd en tenslotte wordt er ook voor het dessert gezorgd.
Zelf heb ik twee films en in het begin meerdere films uitgezocht voor die dag. We kijken na de koffie in de middag naar de eerste film en na borrel en hoofdmaaltijd komt de tweede film aan de beurt. Tegenwoordig komen we als filmclub op een andere locatie. Daar is plaats voor wat meer vrouwen.
Héél kort heeft er nog een club bestaan die met filmkijken te maken had. In 2008 was dat… Samen film kijken… ja gezellig, was de naam van de club. Ik had een maillist samengesteld en een paar keer per seizoen kondigde ik een avond aan om samen naar een mooie film te kijken, Bij ons thuis. Dat liep niet of nauwelijks, dus dat clubje genoot een heel kortstondig bestaan.
Nog een drietal clubjes te gaan… te beginnen met een clubje rondom het mahjongspel. Enige jaren had ik een redelijk hechte vriendschap met een vriendinnenstel uit Rotterdam. Tweemaal kwamen ze naar Vareille op ons campinkje en daar besloten we een Mahjong club op te richten…. echter… plotseling verdwenen de twee vriendinnen uit ons gezichtsveld en leven en nooit hebben we begrepen wat daar de aanleiding voor was, uitleg is er nooit gekomen. Dus de mahjongclub heb ik laten schieten.
Wel hebben we met 6 vrouwen vele jaren een pokerclub gehad. Per seizoen kwamen we 6x bij elkaar. De avond ging om 6 uur van start met een maaltijd door één van de deelnemers gemaakt, iedereen kwam daarvoor aan de beurt.
Daarna het pokerspel. Eerst fiches verdelen en spelen maar. Francien had een systeem verzonnen voor het winnen en verliezen. Als je aan het eind van de speelavond verlies had geleden moest er iets betaald worden aan de pot, bij winst kreeg je niets uitbetaald. Aan het eind van het seizoen gingen we met behulp van ‘de pot’ uit eten. De opbrengst was doorgaans niet voldoende om de volledige maaltijd voor alle deelnemers te betalen, dus moest er meebetaald worden.
Tijdens de coronaperiode kon er uiteraard niet gespeeld worden en daarna is de club niet weer opgestart en zijn we soepltjes overgestapt op de volgende club…
De sjoelclub. Tot nu toe 4 deelnemers. Ook deze club begint met een gezamenlijke maaltijd en er wordt gespeeld om een kleine prijs, die door éénm van ons is meegenomen.
FOTO’S CLUBS
WANDELCLUB:
THUISSALON
THUISFILMHUIS
POKERCLUB
TENSLOTTE
Tijdens ons bijna 30 jarig samenzijn zijn wij, individueel of samen met studies begonnen. In sommige gevallen weer gestopt, in sommige gevallen gezakt voor het examen, in andere gevallen geslaagd.
Wij begonnen samen aan een studie bij de Open Universiteit: Oriëntatiecursus culturele wetenschappen. Een mondvol en een pittig onderwerp. Interessant en heel veel leeswerk. Zo nu en dan moesten wij ook voor een college op stap. Al met al, hoewel heel erg interessant te veel van het goede en dus stopten wij ermee. Natuurlijk hebben we daar een prachtige serie schriftelijke colleges aan overgehouden.
Vlak voordat ik, Heldine, Francien leerde kennen begon ik samen met een collega/vriend, ook bij de Open Universiteit, aan een cursus muziekwetenschappen, ook dat bleek te veel en te pittig te zijn, bovendien…. Ik werkte nog in die tijd, dus ook daar werd de lier aan de wilgen gehangen.
Overigens had ik eerder een jaar als toehoorder de studierichting muziekwetenschap van Universiteit Nijmegen (die er voor zover ik weet nu niet meer is) gevolgd.
Francien en ik hebben samen met Francien’s kleindochter Fibi, die geslaagd was voor haar HAVO diploma en aan de kappersopleiding was begonnen een VWO module Engels gevolgd. Schriftelijk en aan het eind van het schooljaar hebben wij daar staatsexamen voor gedaan. Francien en haar kleindochter slaagden daarvoor, ikzelf zakte helaas op ééntiende punt. Maar uiteindelijk natuurlijk evenveel geleerd als zij en er veel plezier in gehad.
Francien deed, toen ze al gestopt was met werken een cursus voor speciaal onderwijs, daarvoor moest zij naar college en zij slaagde met glans. De kennis kon zij goed gebruiken bij haar vrijwilligerswerk. Zij gaf en geeft bijles aan scholieren van het Middelbaar onderwijs en soms ook de basisschool. Haar onderwerk is rekenen, wiskunde en soms economie Haar leerlingen komen veelal uit Somalië.
Dat brengt het onderwerp als vanzelf op ons vrijwilligerswerk. Zoals boven gezegd, Francien geeft bijles in het wijkcentrum van Hatert, haar leerlingen zijn veelal kinderen uit Somalië. Toen zij begon heeft zij daar ook andere mensen bij gevraagd, die over andere thema’s bijles geven. Zij noemde de groep ‘de vrije docenten’.
Ook ik deed en doe nog steeds vrijwilligerswerk. Toen ik bij de bibliotheek Nijmegen werkte deed ik de laatste jaren ook bibliotheekwerk voor ouderen, wat onder andere inhield dat ik de ‘Boekendienst aan Huis’ onder mijn hoede had. De dienst hield in dat er boeken thuis bezorgd werden bij mensen, die niet naar de bibliotheek konden komen. Dat waren uiteraard niet alleen ouderen, maar ook chronisch zieke mensen en gehandicapten. Ook werkte ik in die jaren samen met de SWON (Stichting Welzijn Ouderen Nijmegen). Daar werden allemaal projecten bedacht en uitgevoerd om het welzijn van ouderen te verhogen. Ik heb toen vanuit de bibliotheek een aantal projecten met de SWON samengedaan. Om eens iets te noemen bijvoorbeeld leeskringen voor ouderen. Eenmaal gepensioneerd heb ik weer contact met de SWON opgenomen en ben begonnen met het maken en geven van presentaties over allerlei onderwerpen die ik ging vertonen op de dagopvangen van de SWON. Dit vrijwilligerswerk stopte tijdens de coronaperiode. Daarna ben ik me vooral gaan richten op groepen met Indische mensen, die op de dagopvang samen komen om daar hetzelfde te doen. Presentaties geven.
En dan nu een persoonlijke noot en inbreng van ons beiden over onze bijna 30 jarige relatie.
HELDINE
Een bofkont ben ik….. dat is, als ik het op z’n korst wil zeggen het motto dat ik aan mijn bijna dertig jarig samenzijn met Francien wil meegeven. Een bofkont die nooit van haar leven voordat het 1993 werd gedacht zou hebben dat het de wending zou krijgen die het kreeg.
En… hoe ziet een bofkont er in mijn geval dan uit?
Als iemand die toen zij met dit avontuur begon een zekere angst in zich had, vast van plan was die angst na allerlei therapieën, die zij in eerdere jaren gevolgd had achter zich te laten en toen iemand ontmoette, die vanaf het begin vertrouwen in mij leek te hebben en mij mooi vond, die van mijn muziekfascinaties hield, die mij de wereld uitlegde en die zei dat ze met mij verder wilde en dat zij het 30 jaar met mij wilde proberen en het voorstel deed om ná die 30 jaar te gaan heroverwegen of we door zouden gaan.
Leefde ik 30 jaar dan alleen maar in de hemel? Nee, geenszins, Soms wel en dan waren er weer tijden dat de band moeilijker leek te worden, maar….. eigenlijk leek het vertrouwen dat ik voelde in ons samenzijn nooit helemaal te verdwijnen.
Het proces van elkaar leren kennen is een langdurig en nooit ophoudend proces. Soms zijn er momenten dat ik denk… aha…. zo moet ik dat doen! Zó kan ik het beste reageren op gedragingen of uitspraken…. kortom, het blijft spannend. En avontuurlijk en soms gelukzalig.
Het heroverweegmoment hebben wij, op dit moment dat ik dit schrijf, nog niet gehad. Ik heb daar wel vertrouwen in.
FRANCIEN
Een medaille heeft twee kanten. Wanneer je in een bubbel leeft zie je maar één kant van de medaille en leef je maar half. Toen wij elkaar ontmoette in 1993 zat de één bij kop en de ander bij munt. Het duurde een tijdje voor ik in de gaten had dat er een kop bij munt hoorde en dat het zeer de moeite waard is om die te ontdekken. Je kruipt dan eerst naar de rand en leert daar voorzichtig op te lopen en naar beide kanten te kijken en dan krijg je verrassende vergezichten. Je ziet landschappen waar je niet in wilt lopen maar dan zie je de ander van dat landschap genieten en zet je de eerste stap. Zo kun je reizen zonder kaart maar wel met een richting. Zo neem je plaats in een café met Perzische tapijten op de tafel in plaats van in een bruin café. Niet omdat het ene leuker is dan het ander maar omdat je zin in koffie hebt en geen uur wilt zoeken. Dan ga je tijdens een lange wandeling zitten als je moe bent ongeacht de schoonheid van de plek, ook al is het er modderig. Zo rijdt je in een camper terwijl je een panda al eng vindt. Zo kom je steeds op nieuwe ideeën om avonturen te beleven ook al worden de leden nu een beetje stijf.
Het lopen op de rand van de medaille houdt het leven spannend. Soms balanceer je gemakkelijk en op andere momenten is het beter voorzichtig de ene voet voor de andere te zetten of even stil te staan. Altijd blijft het besef dat de beide kanten van de medaille onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Alleen een toverkracht kan ze scheiden. Ik denk dat wij beide sprookjes prachtig vinden maar er niet in geloven dus zullen de helften wel verbonden blijven.
Ik hoop dat wij ook na 30 jaar de rand blijven opzoeken en niet door gemakzucht zullen terugzakken op onze eigen helft.
Als dat lukt en ik zie niet waarom het niet zou lukken, dan verlengen we het contract voor onbepaalde tijd, met in ons kielzog zolang het kan …honden!
P.S. Meer dan één wijsheid hier boven vermeld komen van de andere kant van de medaille. Hoe rijk kun je zijn?