In dit blog verhalen over de diverse honden waarmee ik het leven gedeeld heb.
Thuis, bij mijn ouders en natuurlijk ook al de tijd dat ik niet meer thuis woonde en zelfstandig door het leven ging. Een hele tijd alleen en al vele jaren, vanaf 1993 met Francien.
Gedurende veel van die levensjaren had ik één of meerdere honden aan mijn zijde.
Over die honden gaan deze fotoverhalen en fotogedichten.
Over de honden die ik had tijdens mijn leven bij mijn ouders heb ik al een blog geschreven:
(Huis) dieren in mijn leven.
Toch stel ik in dit blog nog eens alle 12 honden voor met wie ik tot nu toe mijn leven deelde. Wie weet sluiten er in de toekomst nog een paar hondjes aan in de rij.
De honden die ik bij mijn ouders meemaakte:
Mijn eerste twee eigen honden:
De honden van Francien en mij samen:
DE VERHALEN.
En nu de verhalen over de honden, die ik samen met Francien aan mijn zijde had. Het begint met Dido, de zwarte, die ik uit een asiel haalde toen ik Francien nog niet kende, maar die algauw ons tweevrouwschap aanvulde met de twee hondjes die Francien had, toen wij elkaar leerden kennen, Charlotje en Shiki.
DIDO

MIJN HOND DIDO!
Ziehier….. ooit iets onschuldigers gezien?
Dit is Dido de onschuldige.
Een mooie hond. Een lieve hond. Een lastige hond (soms).
Op de 3e kerstdag van 1992 kwam ze in mijn leven. Sterker nog… gingen wij ons leven delen.
De weken vóór die 3e kerstdag was ik tot het besluit gekomen dat ik weer een hond zou nemen. Na een lange, sombere, depressieve periode wilde ik dat graag. Hondenliefhebber was ik altijd al en de omstandigheden waren zodanig, dat het praktisch uitvoerbaar was. Het werk dichtbij en iedere dag de mogelijkheid om tussen de middag naar huis te gaan.
Maar…. hoe kom je aan een hond? En… wat voor een hond zou het dan moeten zijn? Omdat ik dacht dat een pup praktisch erg moeilijk zou zijn en ik dat misschien nou ook weer niet aan kon, besloot ik om naar het asiel te gaan. Om gericht te kunnen kijken maakte ik van te voren een profiel van de hond die het zou moeten worden. Teefje, labradorachtig, 1½ jaar oud, alleen kunnen blijven. Ik had het opgeschreven. Marieke ging met me mee die dag. Eerst in Nijmegen naar het asiel, toen naar Balgoy en tenslotte naar Escharen bij Grave. En daar… in Escharen vond ik haar. Labradorachtig, teefje, 1½ jaar oud en volgens de mensen van het asiel kon ze goed tegen alleen zijn. Ze was nog niet lang in het asiel. Ze zat bij wat oudere mensen, die een rijschool hadden. Ze trok nogal buiten en ze konden haar niet goed houden. Ze sprong tegen de mensen op, die lessen kwamen nemen. Marieke en ik zijn in Grave koffie gaan drinken om even een denkpauze in te lassen. Daar, bij het drinken van de koffie besloot ik haar te nemen en we gingen weer terug.
Ik kon haar meenemen. De mensen van het asiel zouden na een week of 2 nog bij me langs komen om te kijken hoe het ging.
Oud en Nieuw zouden Marieke en ik in Zeeland gaan vieren. In Koudekerke. Ze moest dus meteen mee. Ze heette Judy. Dat vond ik geen mooie naam en ik doopte haar om tot Dido. Ik volgde op dat moment een cursus over Griekse mythologie en zo kwam ik aan die naam.
Ze was makkelijk in de trein en vond het prima in het huisje. Op nieuwjaarsdag namen we haar mee naar het strand. Het was koud en mistig. Een beetje onnadenkend liet ik haar op het strand meteen loslopen en onmiddellijk verdween ze in de mist. Ik riep “Dido, Dido”. Zonder resultaat. Achteraf gezien had ik natuurlijk beter “Judy, Judy” kunnen roepen! Wist zij veel wat ze met “Dido, Dido” aan moest.
Enfin… na lang wachten doemde ze gelukkig toch weer uit de mist op.
Dido was een eindehond!
Bijna 10 jaar zijn we samen geweest en wat hebben we veel met elkaar en na niet al te lange tijd met Francien en Shiki meegemaakt!


Altijd samen
Hier is ze dan
Zeggen de bazen
Je vriendin, Je nieuwe metgezel
Levenslang
dat moet dus liefde worden
als ’t effe kan
Terwijl ik ren en vlieg
Voor alles en voor niets
Maar toch vooral
Voor stok en bal
Staat zij “surplace”
Soms wel een uur
Of meer
Te kijken naar een muur
Waar af en toe
voor muis of hagedis de dood verschijnt
met wat geluk
nog net op tijd verdwijnt
Ik houd van zand
En echt heel veel
Van water
Ook zit ik graag op schoot
Zij gaat de nattigheid
Hardnekkig uit de weg
Zij wil niet aangeraakt
Nog voor geen poot
En ook nog dit, O ongerief
Zij geeft mij soms een beet
Hoe dat zit
Niemand die het weet
Maar bovenal je zult het niet geloven
Hoor ik haar heel zacht blaffen
Ik heb je lief
uit ‘ik dicht maar wat’ 2022
schrijver Francien Rutten


HOE WARM HET WAS EN HOE VER…
Lieve Dido
Wandelen in de hitte was niet jouw favoriete bezigheid, onze aanmoedigingen konden jouw nauwelijks verlokken in beweging te komen, op doorgezakte poten sloop je van schaduwplek naar schaduwplek.
Amechtig lag je daarna in de koele berm uit te rusten.
Een zwarte vlek.
Nee, dan de rivier bij de camping,
stromend water was jouw natuurlijk element.
Je wist niet hoe snel daar te geraken,
trekken aan de riem langs de rotsen.
De hele middag zonder ophouden met de bal het water in en uit.
En eenmaal uitgeput terug bij de tent nóg dat verlangen om weer terug te gaan.
Marieke.

SCHOOTHONDJE
Dido had niet echt het formaat van een schoothondje.
Zelf zat ze daar helemaal niet mee, want op schoot wilde ze toch!
Lekker met z’n tweeën op een stoel. Dido moest stevig bij de poten vastgehouden worden anders gleed ze eraf.
Het vrouwtje een lekker glaasje en de dag kon niet meer stuk!

DIDO AAN ZEE!
Al voor de duinrand snuift haar neus het water, het zout, de golven. Het ongeduld, het rekken van de kop naar het moment dat de riem de vrijheid laat. Dan in één razend snelle ren naar de waterlijn. Niet ín de branding maar ervoor, blaffend met stram gestrekte voorpoten opspringend het oog strak gericht op de hand die een, nee liefst het voorwerp gaat gooien. Geen golf te hoog, geen worp te ver om het ding weer naar het strand te brengen. Uitdagend liggen, het bezit tussen de poten voor nog een keer en nog een keer en nog….
Wanneer de bal weer in de jaszak verdwijnt speurt haar zandbedekte neus naar aangespoelde visnetten en scheepstouw. Zij slingert het object totdat het verpulvert en voelt de beschadigde bek en tong niet. Als onze voeten door het mulle zand opnieuw het duinpad opgaan blijft ze lang en dwingend achter bij de schuimrand die rond haar poten spoelt.
Teleurgesteld met spijtig lijf sloft ze achter ons aan en draait nog twintig maal de kop in de richting van de zee.

GESPREK MET MIJN HOND.
Met Dido kon je praten…
Over ditjes en datje… over het leven… over ballen en stokken en over alle andere zaken die het leven draaglijk maken.
Maar ook bij zaken die maken dat het leven even minder aantrekkelijk is, verdriet… pijntjes….teleurstellingen of kwaadheid… vond je bij Dido een luisterend oor.
Een gesprek met Dido luchtte op. Ze zei niks, maar luisterde intens en dat maakte de gesprekken fijn en warm.
Ze zat tijdens het gesprek graag dicht naast je en haar aandacht verslapte niet.
Natuurlijk wilde ze na een dergelijk gesprek wel graag even haar kant van de zaak verduidelijken. Dat kon het beste met een kleine hondentraktatie en/of een wandelingetje waar natuurlijk de bal meeging. Even lekker de benen strekken samen en de diverse gespreksonderwerpen weer in een ander licht kunnen zien maakten dat jij en gesprekspartner Dido het leven weer met nieuwe moed en energie aankonden.

WAT EEN BRAVE HOND!
Onderweg van Nijmegen naar de Pyreneeën.
Dido moest zich op de kleinste plekjes te ruste leggen.
Na een hele dag lopen was ze moe. Wij ook. Shiki ook.
En dan maar wachten op de dingen die komen gingen.
Zou er nog eten komen?
Hier legt ze haar moede hoofd op bed. Kijk eens hoe lief ik ben!
Nu heb ik toch wel een grote bak verdiend.
Zo keek ze niet als ze buiten was. Daar was ze alert…. oren omhoog…. gaan we spelen…. kan ik naar het water?

Laatste voorjaar
Voorjaar, eeuwig leven
de winter wordt afgeschud
nieuw leven
ingewreven in de huid
de geur van kruiden
al voelbaar
een volle zomer
een zomer vol
van rennen en razen
één voorjaar moet de laatste zijn
deze, de volgende of nog meer
het is niet haar zorg
want lente is leven
ook in de laatste mei.
Francien
SOLEIL

SOLEIL DOET AAN ‘MUISJE SABBELEN‘.
Soleil, onze Grand Basset Griffon Vendeen, een mond vol, dat wel, is niet zo’n bloeddorstig type.
In 2003 werd ze geboren en meteen haar tweede levensdag reisden wij af naar Oostvoorne, want daar werd het nestje geboren.
Soleil, 8 weken oud werd zomaar… zonder pardon bij Shiki neergezet. Een shiba inu. En Shiki….. die dacht…. wat moet ik met die baby, beet haar eens flink in haar neus… tot 2 keer toe en sindsdien had dat piepkleine hondje een heilig ontzag voor haar. Shiki was een beetje een bijtertje. Van gezellig kroelen hield ze niet. Als Shiki een muisje, een mol of een ander beestje in het vizier kreeg…. nam ze de houding aan van een kat die z’n prooi bespringt, sprong en….. pafff… het beestje was er geweest en blies de laatste adem uit.

Soleil… alhoewel jachthond van geboorte pakt dat heel anders aan.
Enige jaren geleden zagen we Soleil iets uit de heg beneden aan de wei pakken. Ze liep er een beetje mee rond en natuurlijk dachten wij… wat heeft ze daar toch… dus sommeerden haar om het los te laten en …. Zowaar, dat deed ze. Een volkomen nat en besabbelt klein vogeltje viel uit haar bek. Er zat geen beweging meer in. Soleil had al gauw de belangstelling voor het beestje verloren. Francien pakte het vogeltje op… bekeek het nog eens goed en constateerde dat het echt levenloos was. En gooide het op de, gelukkig op dat moment niet brandende, brandstapel. Op het moment dat ze dat deed maakte het beestje fladderbewegingen en ach gossie…. het was dus niet dood. Francien heeft het besabbelde vogeltje toen weer tussen de takken weggepeuterd en het min of meer op dezelfde plek in de haag teruggezet. Of het beestje toen weer liefderijk bij haar moeder terug in het nestje is gekomen…. dat vertelt het verhaal niet.
Een paar dagen geleden, we liepen te wandelen op ‘ons weggetje’ in Vareille. Dat is het weggetje waaraan wij wonen, dook Soleil plots de kant in en haalde daar iets weg…. Een paar honderd meter liep ze met het kleinood in de bek en ja hoor…. liet het vallen. En wat was het? Dit keer een helemaal besabbelt muisje, dat de oogjes nog dicht had, maar wel al enige haartjes telde. Het muisje was kletsnat en ook dit keer was er geen leven meer in te bekennen. We hebben het muisje aan de kant van de weg laten liggen… Soleil had er geen belangstelling meer voor en helaas… dit kleine ding heeft het dus in ieder geval niet gered.

Net zijn wij terug van een wandelingetje hier in de buurt. In een van de weiden van onze buurman de boer. De honden, wij hebben er nog steeds 2. Shiki is al enige tijd geleden verscheiden en Luna, onze zwerfhond uit Griekenland heeft dezelfde jachtdrift als Shiki. Voor haar is de wei één grote molshoop, waarin ze graaft en graaft. Meestal zonder succes, maar vandaag had ze beet…. een mol…. Ze zag het beest… hapte toe… een gilletje en het beestje was na een minuut of vier verdwenen in de hondenmaag. Dus…. Vanavond maar een hapje minder voor haar!
En zo heeft iedere hond haar eigen aanpak! Of je springt… of je bent razend snel met toehappen en ja…. Je kunt ook sabbelen!
Heldine
Augustus 2011
SOERA
Soera, ons bijzondere hondje uit Malaga.
4 september 2015 gingen wij op Rotterdam/the Hague airport ons nieuwe hondje halen. Zij kwam met het vliegtuig uit Malaga mee. We hadden haar op internet gevonden via de ACE organisatie:
http://ace-charity.org/nl/.
Het is nu bijna 4 september 2016 en dan is Soera, zo heet ons hondje alweer een jaar bij ons. De ACE organisatie had al een tijdje geleden gevraagd of ik een stukje wilde schrijven voor op het blog van hun website. Nu, vlak voordat Soera een jaar bij ons is heb ik eindelijk de pen ter hand genomen en ziehier het resultaat.

Op 4 september is Soera 1 jaar bij ons. Zij kwam ons hondenteam versterken wat bestaat uit Soleil, een Grand Basset Griffon Vendéen, die nu al meer dan 13 jaar haar leven met ons deelt en Marre, óók een Spaanse schone, uit de buurt van Barcelona, die wij nu zo’n jaar of 4 een lekker warm plekkie bij ons thuis geven.

We zagen Soera, die toen nog Madeleine heette zo rond juli/augustus vorig jaar op de site van ACE staan. Eigenlijk vielen we al heel snel als een blok voor haar, maar in eerste instantie was Madeleine gereserveerd voor andere mensen. Na enige tijd meldde ACE ons dat ze niets meer van deze mensen hadden vernomen en dat wij haar, als we dat nog wilden konden reserveren. Dat hebben wij gedaan en daarna kregen wij al héél snel te horen dat ze op 4 september zou landen bij Rotterdam/The Hague airport. Dit is ons 3e hondje uit het buitenland, de voorgangster van Marre kwam uit Athene en dit was de eerste keer dat we het hondje rechtstreeks van het vliegveld gingen ophalen.
Er kwamen meer hondjes en honden aan. Madeleine zat samen met een ander klein hondje in een kooi en was natuurlijk, net zoals al die andere honden die aankwamen nogal timide toen ze voor het eerst haar pootjes op Nederlandse bodem zette.
Achterin de auto hadden we een lekker mandje klaargezet, de 2 andere honden waren thuisgebleven. Het leek handiger de kennismaking met hen thuis te laten plaatsvinden.
We hadden besloten haar naam Madeleine te veranderen in Soera. Soerabaja is mijn geboorteplaats en omdat het hondje een verjaardagscadeau was mocht ik de naam uitzoeken.
Soera vond het meteen best, krulde zich lekker op en we hebben haar tijdens de thuisreis niet meer gehoord.
Thuisgekomen was het voor de thuisblijvers natuurlijk wel even wennen, zo’n nieuw opdondertje wat een beetje raar rook en erg verlegen was. Maar omdat we nogal eens hondjes in de oppas hebben was het gauw gewend en deden Soleil en Marre niet moeilijk tegen haar. Integendeel eigenlijk… al heel snel stelde Marre, onze andere Spaanse, zich een beetje als haar surrogaatmoeder en beschermengel op. Vanaf het begin liggen die 2 samen in de mand en samen op de bank.

Sommige struiken zijn net een oerwoud voor haar, ze kan daar helemaal in verdwijnen en op avontuur gaan.
De eerste maanden zocht ze heel vaak bescherming bij ons. Ze kroop dan bij je op schoot, verborg haar koppie onder je arm en voelde zich dan veilig. Dat is de laatste tijd minder geworden. Ze zit natuurlijk nog regelmatig en graag op schoot en krult zich dan lekker op en geniet gewoon van de nabijheid.
Eten doet ze nog steeds razendsnel en schrokkerig. De brokjes liggen in haar bak en 2 minuten later is ’t op. De andere honden laat ze met rust als die aan het eten zijn. Echt spelen met ballen of stokken doet ze niet vaak, soms… opeens… grijpt ze één van de stoffen beesten die we in hondenspeelmand hebben liggen en gaat daar als een wilde mee tekeer. Niet zo lang, maar ze heeft er enorm veel lol in.
Kleinzoon Kimo is met haar op les geweest, de black box cursus. Dat ging goed en in september gaan ze samen door.
Vervoer is met Soera geen probleem. Ze reist graag in de auto mee, krijgt dan een veiligheidsriem aan en vindt dat helemaal geen probleem. Op 21 mei was ik bij de protestdag van de Greyhounds in Den Haag. Ik reisde per trein van Nijmegen naar Den Haag en Soera vond het heerlijk op schoot in de trein. En al die grote galgos om haar heen vond ze niet eng en ze liep dapper mee naar de Spaanse ambassade.

In juli/augustus zijn we op fietsvakantie geweest. Ons bejaarde hondje Soleil is thuis gebleven en Marre en Soera hadden ieder de beschikking over een hondenkarretje en hebben het fietsavontuur meebeleefd.

Dat was heel erg leuk. De hele dag erbij, ook ’s avonds in het hotel natuurlijk en als we gingen eten konden ze prima samen op de hotelkamer blijven.

Opvallend is dat sinds we dit avontuur met z’n vieren hebben beleefd het lijkt of Soera zekerder is geworden. Dat blijkt vooral uit het feit dat sinds die tijd los kan lopen. Ze let op… blijft wel eens een eind achter, maar komt, nadat ze geroepen wordt weer hard aanrennen, waarmee ze in onze ogen wil zeggen… ik hoor bij jullie en wil echt bij jullie blijven.
Nou…. Dat is wederzijds. Wat zijn we in ons sas met dit hondje. Zij een gouden mandje en voor ons was de keus voor haar een gouden greep.
