Vetrekdag.
Wij, Heldine en Francien gaan op 3 mei 1997 op pad vanuit ons huis in Nijmegen om ergens in oktober uit te komen bij ons doel Montaillou in de Pyreneeën
Op deze dag zijn er veel mensen uitgenodigd om met ons een stuk van de eerste etappe mee te lopen. Familie, collega’s, vriendinnen en vrienden.

In de morgen komen al die mensen naar de Van Bronckhorstdreef en is iedereen verzameld dan vertrekt de groep gezamenlijk naar café restaurant de Pannenkoekenbakker in Plasmolen.
Na een gezellig samenzijn zal de groep ons uitzwaaien en lopen wij de eerste dag door tot Gennep.
Natuurlijk komen er ook een aantal mensen rechtstreeks naar het Restaurant. Bijvoorbeeld de twee moeders. Franciens moeder is dan 94 jaar, Heldine’s moeder is 85.

Iedereen heeft een papiertje gekregen.

Op het papiertje is een munt van twee en een halve gulden geplakt, die was er toen nog, de euro kwam in 2002. Zo kan iedereen de eigen koffie of iets anders bestellen.
Aan het eind van de ochtend is de tijd gekomen voor het vertrek van Francien en Heldine. Aan iedereen is gevraagd een witte zakdoek of iets dergelijks mee te nemen, bedoeld om ons uit te zwaaien. En dan…. is het zover, twee vrouwen en één hond sjorren een rugzak op hun rug en de reis gaat beginnen. Inderdaad zijn er aardig wat mensen die ons langdurig uitzwaaien!

Een bijzondere ervaring!
En daar gaan we.
Na vertrek is het de bedoeling dat wij het Pieterpad zullen gaan volgen tot we in Maastricht zijn. Daarna, in België, gaan wij een andere GR (Grande Randonée) volgen. Dus…. dat moet niet moeilijk zijn. Helaas, het blijkt moeilijker dan we dachten en nog vóór we het Pieterpad hebben gevonden hebben we al grote ruzie, tot het zo hoog oploopt dat één van ons zegt, “ik houd er mee op…ik ga naar huis!” Gelukkig… dan komen wij bij zinnen en de rust keert weer en al snel kunnen wij het Pieterpad opsteken om onze eerste wandeldag te beëindigen in Gennep.
De eerste drie wandeldagen hebben wij onze overnachtingen van te voren geregeld.

Daarna lopen wij op de bonnefooi.
Zo ongeveer om de drie á vier dagen hebben wij afgesproken om een rustdag te houden. De allereerste is in Velden. Hoewel onze vertrekdag gelukkig redelijk weer had valt er de rest van de maand mei behoorlijk wat regen. We kamperen best vaak en dat in het kleine eenstokstentje dat we bij ons hebben.

Bagage kan er in de tent niet bij. De rugzakken blijven ’s nachts buiten liggen. We wikkelen ze in onze regencapes, zodat ze droog blijven. Ook in hotels en Chambres d’hôtes overnachten we. Francien heeft bij alle overnachtings plekken bijgehouden of de mensen hondvriendelijk, of hondonverschillig waren. Het kwam natuurlijk ook wel eens voor dat mensen anti hond waren en tja, dan moesten we een deurtje verder, dan kwamen we er niet in. Op elf mei liep Francien een verwonding op. Zij liep tegen een uitstekende tak aan. Een wond die behoorlijk bloedde was het resultaat.

In Wonck, wij waren toen al in België, konden we geen overnachting vinden en heeft een aardige mevrouw uit een café ons naar Visé gebracht. Daar hadden we voor de volgende twee nachten een hotel gereserveerd omdat we daar een rustdag wilden houden. We zijn toen wel de volgende dag met de bus terug naar Wonck gegaan om het ontbrekende stuk van de route alsnog te lopen. Zo’n soort manoeuvre hebben we later ook nog wel eens uitgevoerd. Als wij in het dorp of gehucht dat ons eindpunt zou worden geen overnachting konden vinden dan kwam het voor dat we met openbaar vervoer terug of verder reisden. We gingen dan de volgende dag wel weer terug tot we weer bij het punt kwamen waar we met de route gestopt waren.
In Visé kwam vriendin Marieke even langs.

Na het Pieterpad bij de Sint Pietersberg verlaten te hebben stapten we over op de GR 57. Die volgden we niet al te lang, in La Roche-en-Ardenne gingen we over op de GR 14.
In het plaatsje Ramont kregen we te maken met wel een bijzondere kampeerplek. Het plaatsje had geen hotel en geen camping. Op een boerenerf was een meneer waar ik aan ging vragen of hij misschien een camping in de buurt wist. De man sprak volkomen onverstaanbaar, maar uiteindelijk kwamen we erop uit dat we het tentje wel daar op het erf konden zetten. Nee, douche en toilet was er niet. Dat laatste bleek mee te vallen. In één van de schuren was een buitengewoon smerige w.c. te vinden met een groot gat in de deur. De boerderij werd beheerd door drie oudere mannen, die het kennelijk met de reinheid niet al te nauw namen. Als je goed oplette dat er niemand in de schuur was kon je heel snel toch even boven die w.c. hangen. Toch nog net iets beter dan buiten op het erf.

DE SPREUKEN VAN FRANCIEN IN MEI.
De foto’s zijn van Heldine.
VERTREKDAG ZATERDAG 3 MEI: (Gennep, B&B)
De maat van de eigen prestatie is de eigen prestatie.

ZONDAG 4 MEI: (Vierlingsbeek, Jeanette en Ingrid)
Wat ik niet heb, daar kan ik buiten.

MAANDAG 5 MEI: (Horst, Ans en Pieter)
Agressie omzetten in creatieve energie, dat is de kunst.

DINSDAG 6 MEI: ( Velden. Hotel)
Wie is er zo sterk dat hij/zij niemand nodig heeft.

WOENSDAG 7 MEI: (Velden, Hotel)
Anderen kan ik beter raden dan mijzelf.

DONDERDAG 8 MEI: (Beesel, camping)
Waar ruimte is voor twee is ook ruimte voor vier.

VRIJDAG 9 MEI: ( Roermond, Hotel)
De pelgrim komt na het kruis.

ZATERDAG 10 MEI: (Susteren, kampeerboerderij)
Wel wisselen van hond, niet van ego.

ZONDAG 11 MEI: (Sittard, Hotel)
Jezelf of een ander boven jezelf zetten is een krachttoer, jezelf of een ander klein maken is een koud kunstje.

MAANDAG 12 MEI:(Valkenburg/Broekhem, Hotel)
Wat brengt mij assertiviteit en gebektheid meer dan bescheidenheid en verlegenheid.

DINSDAG 13 MEI:(Maastricht,. hotelboot)
Wie Maastricht kan bereiken kan Montaillou bereiken.

WOENSDAG 14 MEI: (Maastricht. Hotelboot)
Nietsdoen leidt tot volledigheid.

DONDERDAG 15 MEI: (Visé. Hotel)
We beperken onze vrijheid meer dan nodig is.

VRIJDAG 16 MEI: (Visé. Hotel)
Het weer is het weer is het weer is het weer.

ZATERDAG 17 MEI: (Visé. Hotel)
Één dag kan een pelgrimstocht in een notendop zijn.

ZONDAG 18 MEI: (Luik. Hotel)
De opbrengst van twee elkaar aanvullende ideeën is groter dan 100%.

MAANDAG 19 MEI: (Tilff. Hotel)
Het leven van een ‘pelgrim’ bestaat uit momenten.

DINSDAG 20 MEI: (Tilff. Hotel)
Er zijn maar weinig impulsen en zeker niet links en rechts.

WOENSDAG 21 MEI: (Tilff. Hotel)
Gronden is lopen met een zak grind op je rug.

DONDERDAG 22 MEI: (Hamoir. Camping)
Iedere tijd kent zijn eigen revolutionairen.

VRIJDAG 23 MEI: (Bomal. Motel)
Alles heeft een lange, een korte en een ultrakorte golf.

ZATERDAG 24 MEI: (Erezee. Chambre d’hote)
Zelfverzekerd zijn eist het onderkennen van het aanwezig zijn van fouten in jezelf en in anderen zonder de laatsten als excuus te gebruiken voor de eersten.

ZONDAG 25 MEI: (Marcourt. Chambre d’hote)
Agressie en angst hebben vaak dezelfde kern.

MAANDAG 26 MEI: (La Roche-en-Ardenne. Hotel)
Sommige dingen krijgen de naam die ze verdienen. (Pouhou)

DINSDAG 27 MEI: (La Roche-en-Ardenne. Hotel)
Vrijheid wordt door veel dingen beperkt, o.a. het verleden.

WOENSDAG 28 MEI: (Ramont. Kamperen bij de boer)
Overleg is zo goed als geheel aan de menselijke soort toegewezen.

DONDERDAG 29 MEI: (Grupont.Camping)
Als problemen niet geheel kunnen worden opgelost, moet je je aan de situatie overgeven. (voorlopig)

VRIJDAG 30 MEI: (Mirwart. Hotel)
Het is zoals het is maar zo is het niet.

ZATERDAG 31 MEI: ((Redu. Hotel)
Laat de illusie van het leven oplossen in het oneindige.
