
Inleiding
Na mijn avonturen rondom Ricky en waar dat allemaal in uitmondde was de rust in mijn leven weer enigszins teruggekeerd. Het was toen 1971.
De avonturen rondom Ricky zijn beschreven in een ander blog: 1968 en volgende jaren… een fruitplukkerskamp in Engeland en avonturen met Ricky.
Na mijn opleiding op de bibliotheekschool in Amsterdam werkte ik enige jaren bij de katholieke bibliotheek in Haarlem,. Daarna veranderde ik van baan. Ik ging werken bij bibliotheek Castricum als hoofd van de jeugdbibliotheek aldaar. Ik woonde toen nog in Haarlem, op dat moment op de bovenverdieping van mijn ouderlijk huis aan het Wilhelminapark in Haarlem. Niet lang daarna verkochten mijn ouders dat huis, omdat zij in Goes in Zeeland gingen wonen. Mijn vader begon daar na zijn 65e jaar nog met een andere baan. Ik ging toen zij vertrokken waren wonen op de Wagenweg 82. Dat was een pand waar vroeger een bakker was gevestigd en ik woonde in de oude bakkerij.
Maar… weer even terug naar het moment dat ik daar op die bovenverdieping aan het Wilhelminapark woonde.
Aan sport deed ik toen niet veel, alhoewel paardrijden deed ik wel en het leek mij een goed idee om ook nog op badminton te gaan. Haarlem had een bekende badminton club Duinwijck geheten. Daar heb ik me ingeschreven.
Kennismaking met Lenie.
En daar, bij die club, leerde ik Lenie kennen. Zij speelde op dezelfde tijd als ik en hoe het nu precies in z’n werk is gegaan dat wij elkaar nader leerden kennen , dat zou ik niet meer zo precies weten. Ik ga er vanuit dat we aan de praat raakten na het spelen, bij het koffiedrinken.
Lenie was niet lang daarvoor van de kweekschool in Haarlem gekomen en was juf op een school. In Heemskerk, als mijn geheugen mij niet in de steek laat. Wonen deed ze in Driehuis, bij haar ouders.
Lenie kwam wel eens bij mij op bezoek. Omdat ik altijd wel erg van de huisdieren en huisdiertjes was en op dat moment géén hond kon hebben had ik een cavia genomen. Die cavia heette Jodocus. Lenie was eens op bezoek en wilde op het bed plaatsnemen. De afmeting van de kamer was niet zodanig dat ik daar een bankstel kwijt kon, dus het bed was ook onderdeel van de gezellige zithoek. Op dat bed lag een kussensloop en Lenie wilde dat sloop verplaatsen. Dus met een zwaai werd het verplaatst. Jodocus vond dat sloop een heerlijk plekje en werd dus opeens ruw door de lucht geslingerd. Gelukkig hield hij aan deze slingerpartij daar niets over.

Naar Parijs.
Toen wij elkaar enige tijd kenden spraken we af om een weekje naar Parijs te gaan. Het was 1972 en ik was 24. Hoe wij daar kwamen… ik denk met de trein. We bezochten bijna alle highlights en eindigden op het kerkhof van Père Lachaise.
Lenie en ik hadden, omdat we wel wisten dat we veel en vaak aan de wandel zouden zijn allebei een paar stevige instappers meegenomen. Hele kleurige schoenen van een model en kleur die toen erg in de mode waren. Lenie placht ze eendenschoenen te noemen.

Op wintersport in Tirol. Lermoos.
Weer thuis ging het leven weer door met werk en badminton en familie. In 1973 hadden wij ieder onze eigen vakantieplannen gemaakt. Lenie ging naar Spanje met een vriendin en haar mini en ik ging met mijn jongste broer Guus en twee vriendinnen (zussen) kamperen in de Morvan in Frankrijk.
1974 maakten wij plannen om op wintersport te gaan. De bestemming werd Lermoos in Tirol. Enige vaardigheden van het skiën had ik mij in voorgaande jaren al eigen gemaakt. Ik was met de genoemde Ricky een paar dagen in de Hoge Tatra geweest, waar hij mij enige skilessen had gegeven én ik was met vriendin Fieke, een oud-klasgenoot van mij van de bibliotheekschool op wintersportvakantie geweest. Lenie daarentegen ging voor het eerst kennismaken met deze sport.
Wij gingen met het vliegtuig naar München, want Lermoos was daar niet zo heel ver vandaan en met de bus zouden wij verder vervoerd worden naar de eindbestemming. Lang gelden is het, maar volgens mij was er, eenmaal aangekomen in München, iets loos met de koffers of koffer van één van ons. Dat is echter weer helemaal goed gekomen want wij hebben de vakantie uiteindelijk ieder met de eigen meegenomen bagage daar in Lermoos doorgebracht.
Lenie en ik hebben ons na aankomst en installatie in het hotel ingeschreven voor een beginnerscursus skiën. Natuurlijk kenden wij niemand, maar na één skidag en één diner hadden wij al een heleboel kennissen.
Degene die mij daarvan het meest zijn bijgebleven zijn Jo en Joop, Cees en Rinus en Annelies. Een centrale figuur op de Oostenrijkse bergen was een Chinese meneer, die altijd zingend de berg afgleed. Hij zong volgens mij altijd hetzelfde lied en het ging vooral over schöne Augen en Liebe. Erg gezellig was het avondeten, gute Küchen met schnitzel und so weiter en dat aangevuld met herrliche Wein. Rotwein, als ik zo de foto’s bekijk.

Onder het hotel was een Kellerbar, waar wij meerdere avonden hebben doorgebracht.
Één liedje staat mij daarbij helder voor de geest, The Cats. Be my day.
Wat kon ik daar in dat jaar prachtig op dansen!
Ná zo’n avond haalden we ook nog wel eens door op de hotel kamer.

En…natuurlijk waren wij ook te vinden op de besneeuwde bergen van Lermoos. De blauwe afdaling daar begon het mee… makkie. Toen rood en naar mijn herinnering hebben we ons zelfs wel eens aan een zwarte afdaling gewaagd.
Lenie en ik waren elkaar altijd zeer behulpzaam met het schoonmaken der skischoenen.
De reünie in Ketelhaven.
Ná deze skivakantie volgde er natúúrlijk de onvermijdelijke reünie. Die reünie vond plaats in Ketelhaven en de leut van de skivakantie in Lermoos werd tijdens dit festijn vrolijk doorgezet!
Lenie maakte ter gelegenheid van de reünie een mooi lied. Het moest gezongen worden op de melodie van ‘Het Kufsteinerlied’:
Naar wintersportplaats Gerlos en naar Zuid-Engeland.
In 1975 werd wintersportplaats Gerlos in Tirol de volgende vakantiebestemming. Wij gingen daarheen samen met een aantal van de vrienden van het jaar daarvoor. Jo en Joop en Cees en Rienus, Ook nieuwe wintersportvrienden leerden we daar kennen. Gravend in mijn geheugen bleef er van onze vakantie in Lermoos veel meer hangen. De namen bijvoorbeeld van die nieuwe vrienden zijn mij eigenlijk allemaal ontschoten. Ik zie de mensen op de foto’s staan, maar namen poppen er niet op. Aan de foto’s zie ik dat wij in Gerlos dat jaar kerstmis vieren. Tijdens de wintersport in Lermoos vierden wij oud en nieuw, zoals in het lied van Lenie is te lezen.
Er zal ongetwijfeld ook in Gerlos een Kellerbar, of iets wat daarvoor kon doorgaan geweest zijn, maar ik kan mij niet zo’n stevig, herkenbaar stukje muziek als dat van het vorig jaar, Be my day van de Cats, herinneren
Natuurlijk namen Lenie en ik weer skiles en verfijnden wij onze skivaardigheden.
Én…. Ook na deze vakantie werd er een reünie gehouden. In mijn herinnering was dat in Den Haag bij een stel dat Wim en Wampie. Wim was naar mij toe een licht opdringerig type kan ik mij herinneren en na deze reünie had ik verder niet veel behoefte meer aan contact met de ‘nieuwe’ wintersportvrienden uit Gerlos.
Reünie
Niet op de foto’s zijn te vinden een Engels echtpaar. Toch waren ook zij in Gerlos op wintersport. Leuke mensen waren het en wij hebben adressen uitgewisseld. Dat resulteerde in de volgende vakantie die Lenie en ik samen ondernamen. Philip en zijn vrouw, waarvan ik de naam niet meer weet, kwamen eerst naar Nederland en kwamen toen bij mij langs op de Wagenweg waar ik ondertussen was gaan wonen, Op de foto is te zien dat wij fondue aten. Jo en Joop en Lenie en haar vriend Jan waren ook van de partij. Niet lang daarna zijn Lenie en ik afgereisd naar Engeland en hebben bij hen thuis gelogeerd. Zij woonden ergens tussen Londen en de zuidkust van Engeland, want daar zijn we met hen geweest. Na dit verblijf gingen Lenie en ik nog een paar dagen naar Londen.
De andere delen van deze reeks: